LMC Voortgezet Onderwijs

3.2 Bloedsomloop

3.2 Bloedsomloop
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

3.2 Bloedsomloop

Slide 1 - Slide

leerdoelen
- Aan het einde van de les kun je de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
- Aan het einde van de les kun je in het bloedvatenstelsel de (slag)aders benoemen van de mens.
-Aan het einde van de les kun je de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 2 - Slide

waar bestaat bloed uit?

Slide 3 - Open question

Bloedvatenstelsel
--> Bestaat uit het hart en bloedvaten
-Bloedsomloop: de weg die het bloed door het lichaam aflegt

Slide 4 - Slide

Welk(e) bloedvat bevat het lichaam?
A
ader
B
slagader
C
Alle drie
D
haarvat

Slide 5 - Quiz

Drie typen bloedvaten
Het hart pompt bloed naar je slagaders --> gaan naar organen toe
- De organen bevatten fijnere bloedvaten, deze kleinste bloedvaatjes noemt men haarvaten
- De haarvaten komen weer samen in grotere bloedvaten: ader
--> hier stroomt het bloed weer terug naar het hart.

Slide 6 - Slide

Namen van de bloedvaten
- Slagaders hebben de naam van het orgaan waar ze naar toe gaan --> beenslagader
- Aders hebben de naam van het orgaan waar ze vandaan komen --> beenader
- De bloedvaten van en naar het hart hebben andere namen: onderste/bovenste holle ader en aorta
-Poortader: vervoert bloed van darmwand naar de lever.

Slide 7 - Slide

Kleine bloedsomloop
- Het pompen van bloed richting de longen en weer terug naar het hart.
--> rechterhelft van het hart.
- In de kleine bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen in het bloed 
en koolstofdioxide afgegeven aan de lucht. Dit gebeurt in de longen.

Slide 8 - Slide

Grote bloedsomloop
- bloedsomloop waarbij het bloed van het hart naar de rest van het lichaam stroomt en weer terug naar het hart.
-Per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart. Daarom noem je de bloedsomloop bij mensen een dubbele bloedsomloop.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slagaders
- Bloed gaat van het hart, via de slagaders naar organen toe met kracht.
--> Bloeddruk is op de wand van slagaders hoog

Slide 11 - Slide

Haarvaten
- slagaders vertakken tot steeds kleinere bloedvaten.
- bestaat uit maar één laag cellen.
- bloeddruk neemt hier sterk af
- Door de dunne wand kan vocht de haarvaten verlaten (zuurstof en voedingsstoffen)

Slide 12 - Slide

Aders
- Bloeddruk in de ader is laag.
- De wanden zijn dunner en minder elastisch
- Geen hartslag voelbaar
- Veel aders bevatten kleppen (eenrichtingsverkeer)

Slide 13 - Slide