Groepen vormen
Op basis van verschillen en overeenkomsten zijn we geneigd om groepen te vormen. Dat doen we al van jongs af aan. Let er maar eens op als je om je heen kijkt. Overal worden groepen gemaakt en verschillen benoemd.
Je groep definiëren op basis van verschillen zijn we dus ook heel erg gewend. Vaak worden groepen als vanzelf gevormd door zichtbare overeenkomsten, zoals uiterlijke kenmerken of de kennis die je hebt. Denk aan: de grote stoere kerels bij elkaar, de oude dames horen samen, de uniforms, etc.
Dit heeft positieve en negatieve kanten. Bespreek met de klas wat deze kunnen zijn?
Let op! Houd het positief en voorkom een regen aan negatieve voorbeelden.
Voorbeeld van een positief, samenvattend antwoord:
Wij zijn als mensen gewend om samen te leven in groepen. Je bent onderdeel van je familie, je klas, een sportteam, kortom: allemaal verschillende groepen. In de ene groep pas je heel goed en in andere val je misschien meer op omdat je anders bent of doet, je valt dan op.
Dit opvallen in een groep heeft positieve en negatieve kanten. Doordat je opvalt krijg je meer aandacht, je bent anders en het kan zijn dat mensen je tof vinden omdat je je eigen keuzes duidelijk laat zien. Maar het kan ook andersom voorkomen; mensen vinden je dan misschien een vreemde eend in de bijt, snappen je minder goed. Je lijkt dan minder op de rest. Iedereen maakt dat wel eens mee in het leven.