WOORDDOSSIER STRUCTUUR
& VORMStructuur: opbouw.
Maatverhouding: proportie in verhouding (b.v. een gebouw)
(Proportie: grootte ten opzichte van andere afmetingen of ten opzichte van een samenhangend geheel).
Textuur: Voelbare oppervlak (aan de buitenkant).
Stofuitdrukking: Zodanig geschilderd dat je duidelijk kunt zien, van wat voor materiaal (de textuur) iets gemaakt is.
VORM
Volume: De ruimte die het voorwerp inneemt.
Vormsoort: Benoemen van de vorm naar zijn karakteristieken.
(Bijvoorbeeld: open, gesloten, geometrisch, organisch, figuratief, abstract-geabstraheerd, etc.
Vlak: Plat, zonder relief (hoogte en laagste verschillen).
Ruimtelijk: 3 dimensionaal; lengte breedte en diepte.