What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Return to search
4.4 Vergelijkingen oplossen (inklemmen en balansmethode).
Wat leer je in deze les?
Vergelijkingen oplossen met:
1. grafieken
2. balansmethode
3. inklemmen
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat leer je in deze les?
Vergelijkingen oplossen met:
1. grafieken
2. balansmethode
3. inklemmen
Slide 1 - Slide
Vergelijkingen oplossen
Een vergelijking is op 3 manieren op te lossen:
Met een grafiek (als die er is of als je die kunt maken)
Met inklemmen
Met de balansmethode
Alle drie manieren komen aan bod en zullen onderdeel zijn van de toets
Slide 2 - Slide
Wat doen we nu eigenlijk?
- Waarvoor lossen we vergelijkingen op?
- Wat bereiken we hiermee?
- Wat berekenen we eigenlijk?
Slide 3 - Slide
Wat willen we nu eigenlijk weten?
Welk getal moet ik invullen zodat er bij allebei hetzelfde antwoord uit komt?
Slide 4 - Slide
Vergelijking oplossen.
Het punt (x,y) waarbij beide grafieken 'gelijk' zijn, dus door het zelfde punt (coordinaat) uitkomen.
Dit noemen we het snijpunt van 2 grafieken.
De 'x' vindt je door vergelijking oplossen, de 'y' vindt je door invullen van de gevonden 'x'.
Snijpunt
Hier kan ik zien na hoelang werken ze
allebei evenveel
verdienen.
Slide 5 - Slide
7.1: Oplossen met grafieken
Slide 6 - Slide
Inklemmen
Inklemmen heeft als doel het oplossen van een vergelijking
Slide 7 - Slide
Inklemmen
Wanneer gebruik je inklemmen om een vergelijking op te lossen?
Als je een formule erbij hebt, dat geen lineair verband is.
Bijvoorbeeld:
Gegeven is de formule: snelheid in km/u = √125𝑟 r = remweg in meter
Hoe lang was de remweg bij een snelheid van 93 km/uur?
Slide 8 - Slide
Inklemmen.
Slide 9 - Slide
Inklemmen.
25+0,5k = 100
(dit kun je natuurlijk met de balansmethode doen)
Maar ook met inklemmen!
(Getallen invullen op de plek van de k tot je bij het gewenste antwoord bent).
Slide 10 - Slide
Inklemmen.
25 + 0,5k = 100
k=10 --> 25 +(0,5x10)= 30 (t.w)
k=50--> 25+(0,5x50)= 50 (t.w.)
k=100-->25+(0,5x100)= 75 (t.w)
...
k=150 --> 25+(0,5x150)=100!!
Slide 11 - Slide
Inklemmen
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Los op met behulp van de balansmethode
Slide 15 - Open question
Los op met de balansmethode:
2a + 18 = 6a + 30
Slide 16 - Open question