LMC Voortgezet Onderwijs

4.5

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, g, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Opstarten
10 min
LessonUp: Wat weten we nog?
10 min
Paragraaf 4.4 zelfstandig nakijken
10 min
Uitleg paragraaf 4.5
10 min
PowerPoint opdracht Straling
15 min
Afmaken paragraaf 4.5
15 min
Lesafsluiting
05 min

Slide 3 - Slide

Planning TM3NSK11
Woe 31-1:                      Paragraaf 4.2 deel 1
Ma 5-2:                          Paragraaf 4.2 deel 2
Woe 7-2:                        Paragraaf 4.3 deel 1
Ma 12-2:                         Paragraaf 4.3 deel 2
Woe 14-2:                      Paragraaf 4.4 deel 1  
Vakantie:                        VAKANTIE!
Ma 26-2:                         Paragraaf 4.5
Woe 28-2:                     Herhalingsles
Ma 4-3                            Herhalingsles
Woe 6-3:                       SO H4 Paragraaf 1 t/m 5


Slide 4 - Slide

Planning TM3NSK16
Woe 31-1:                      Paragraaf 4.2 deel 1
Di 6-2:                            Paragraaf 4.2 deel 2
Woe 7-2:                        Paragraaf 4.3 deel 1
Di 13-2:                           Paragraaf 4.3 deel 2
Woe 14-2:                      Paragraaf 4.4  
Vakantie:                        VAKANTIE!
Di 27-2:                           Paragraaf 4.5
Woe 28-2:                     Herhalingsles
Di 5-3                              Herhalingsles
Woe 6-3:                       SO H4 Paragraaf 1 t/m 5


Slide 5 - Slide

Welk soort straling heeft het grootste doordringend vermogen?
A
Alfa
B
Bèta
C
Gamma

Slide 6 - Quiz

Als de halveringsdikte van een materiaal 1 mm is, hoeveel straling wordt er dan doorgelaten door een scherm van 3 mm dik.
A
87,5 %
B
25%
C
33,333 %
D
12,5 %

Slide 7 - Quiz

De halveringsdikte voor aluminium is 6 cm. Hoe dik moet een aluminium plaat zijn als we maar 6,25% van de intensiteit willen ontvangen?
A
18 cm
B
20 cm
C
24 cm
D
30 cm

Slide 8 - Quiz

Halveringsdikte geldt voor:
A
Alfa straling
B
Beta-straling
C
Gamma-straling
D
Alle straling

Slide 9 - Quiz

Een hoeveelheid straling valt op een loden plaat van 4,0 cm. De halveringsdikte voor deze straling is bij lood 20 mm.
Hoeveel straling wordt door de plaat geabsorbeerd?
A
12,5 %
B
20 %
C
25 %
D
75 %

Slide 10 - Quiz

Protonen zijn...
A
negatief geladen kerndeeltjes
B
neutraal geladen kerndeeltjes
C
positief geladen deeltjes buiten de kern
D
positief geladen kerndeeltjes

Slide 11 - Quiz

Wat geeft het atoomnummer weer van een element?
A
Het aantal protonen
B
Het aantal neutronen
C
Het aantal elektronen + protonen
D
Het aantal protonen + neutronen

Slide 12 - Quiz

Gebruik je Binas!
Een atoom heeft 6 protonen en 7 neutronen.
Van welk element is dit een isotoop?

Slide 13 - Open question

Een atoom heeft 6 protonen en 7 neutronen.
Hoe groot is het massagetal van deze isotoop?

Slide 14 - Open question

Hoeveel protonen en neutronen zitten er in de kern van een atoom C-14?
(… protonen en … neutronen)

Slide 15 - Open question

Leg het verschil uit tussen protonen, neutronen en elektronen

Slide 16 - Open question

Aan de slag
  • Wat? Kijk paragraaf 4.4 helemaal na
  • Hoe? Via de bijlage die gestuurd is via Mag. berichten
  • Tijd? 10 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Lees paragraaf 4.5 door en maak 4.5 behalve steropdrachten
timer
10:00

Slide 17 - Slide

Lesdoelen:
Na vandaag weet je:
  1. Hoe je nuttig gebruik maakt van straling

Slide 18 - Slide

Scanapparaten
  • CT-Scan - röntgen straling
  • MRI-Scan - Magnetische resonantie van water
  • PET-Scan - ziet een radio actieve tracer
CT = Computer Tomografie
MRI = Magnetic Resonance Imaging
PET = Positron Emissie Tomografie

Slide 19 - Slide

CT-scan
  • CT-Scan - röntgenstraling

Slide 20 - Slide

MRI-scan
MRI-Scan - Magnetische resonantie van water

Slide 21 - Slide

PET-scan
PET-Scan - ziet een radio actieve tracer

Slide 22 - Slide

Tracers
Een tracer is een radioactieve stof die in je 
lichaam wordt gespoten en die processen 
in het lichaam zichtbaar maakt.

Radioactief jodium wordt gebruikt om 
organen en tumoren zichtbaar te maken

Slide 23 - Slide

Bestraling
Uitwendige bestraling:


Inwendige bestraling:

Slide 24 - Slide

Medische en niet-medische toepassingen van straling
  • Ontsmetten van voedsel (tegen schimmel, insecten en bacteriën)
  • Steriliseren (mondkapjes)
  • Meten van diktes, controleren van lassen
  • Bestuderen van schilderijen

Slide 25 - Slide

Opdracht
Maak een PowerPoint met daarin:
  • Per onderwerp een dia: CT-scan, MRI-scan, PET-scan, tracer, niet-medische toepassingen van straling
  • Leg per dia/onderwerp uit wat het is en doet
  • Voeg per dia/onderwerp bijpassende plaatjes toe zodat jij weet hoe het eruit ziet
Klaar? Maak paragraaf 4.5, behalve de ster-opdrachten
timer
15:00

Slide 26 - Slide

Aan de slag
  • Wat? Maak paragraaf 4.5 behalve de ster-opdrachten
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? Tot het einde van de les
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak ook de ster-opdrachten

Slide 27 - Slide

Aan de slag
  • Wat? Maak de oefentoets van H4
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? 20 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Haal een nakijkblad bij docent en kijk na
  • Ook daarmee klaar? Ga zelfstandig leren voor de toets
timer
20:00

Slide 28 - Slide

TOETS SO H4 Stoffen & Straling
  • Stof:         H4 Paragraaf 1 t/m 5
  • L2S:          Wie? 
  • Duur:       50 minuten
  • Weging:  1x 
  • Hulp:        Rekenmachine (zelf meenemen)
                          Pen + Potlood (eventueel gum)
                          BiNaS (krijg je van docent)
Tips:
  1.  Meeste vragen gaan over 4.3
  2. Leer begrippen
  3. Zorg dat je kan werken met BiNaS tabel 32 t/m 34
  4. Zorg dat je kan rekenen met de verhoudingstabel
  5. Zorg dat je een grafiek kan tekenen en aflezen

Slide 29 - Slide

HELLUUUPPPPP:
Schrijf op ergens in je boek:
1. De drie moeilijkste begrippen uit H4, volgens jou
2. De moeilijkste paragraaf van H4, volgens jou
3. Het onderwerp uit H4 waar jij het beste in bent
4. Het onderwerp uit H4 waar jij het minst goed in bent
5. Het onderwerp waar jij extra uitleg voor wil
6. Het cijfer dat je voor de toets denkt te gaan halen (realistisch)
timer
5:00

Slide 30 - Slide