This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
Mono betekent één: er is één kleur gebruikt.
Poly betekent veel: er zijn verschillende kleuren gebruikt.
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
Vertel: Soms wordt er gezegd dat Vincent in De aardappeleters bijna geen kleur gebruikte. Als je goed kijkt zie je dat dat niet klopt. Hij gebruikte wel degelijk kleur: rood, blauw, geel, groen etc.
This item has no instructions
Het toekennen van betekenis aan kleuren.
Bijvoorbeeld:
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
Een kunstenaar kan kiezen om natuurlijke kleuren te gebruiken: de kleuren die voorwerpen in de werkelijkheid ook hebben. Maar je kunt ook kiezen voor onnatuurlijke kleuren, bijvoorbeeld een paarse boom met een roze lucht: dat heeft een vervreemdende werking, of bijvoorbeeld een symbolische betekenis.
This item has no instructions
This item has no instructions