LMC Voortgezet Onderwijs

Herhaling les 45 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
hun
B
haar
C
zij
D
uw
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
hun
B
haar
C
zij
D
uw

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Wat geeft een persoonlijk voornaamwoord aan?
A
mensen, dieren, dingen
B
personen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is hier een bezittelijk voornaamwoord?
A
hen
B
zijn
C
jou
D
ik

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat geeft een bezittelijk voornaamwoord aan?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Hun hebben gelijk.
Fout of goed? Leg uit waarom.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Dit is jou kamer.
Goed of fout? Leg uit.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Die vriend is van hem.
Wat is hem voor woord?
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wij kennen niemand die zo goed kan schrijven als jou. Is 'jou' goed gebruikt?
A
Ja, want dat wordt zo gezegd.
B
Nee, het moet jij zijn.
C
Beide zijn goed.
D
Nee, want jou moet jouw zijn.

Slide 8 - Quiz

Wat heb je geleerd bij Let op! ?


me / mij
jullie
hen / ze
ons
hem
ik
jullie
zij / ze
we / wij
hij

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Maak een zin met een met een persoonlijk voornaamwoord.
Maak een zin met een bezittelijk voornaamwoord.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions