What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Return to search
Plurals
Plurals
(meervoudsvormen)
1 / 7
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
7 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Plurals
(meervoudsvormen)
Slide 1 - Slide
Meerdere dingen, personen of dieren krijgen een andere vorm.
Vaak voegen we een -s toe aan een woord om er meervoud van te maken.
Bijvoorbeeld:
1 friend --> 2 friends
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Simpel toch?
1 table --> 2 tables
1 door --> 2 doors
1 chair --> 2 chairs
Slide 4 - Slide
Toch gaat het vaak fout zodra het woordje niet een 'normale' uitgang heeft.
Zoals 'baby'
1 baby --> 2 babies
Slide 5 - Slide
In het Nederlands schrijf je achter woorden die indigen met een
Y
gewoon
's.
Dit betekent in het Engels iets heel anders!
dus.. 1 lady ---> 2 ladies.
Maar let op, dit gebeurt alleen bij woorden die klinken als een 'ieeee'. Dus bij het woord 'boy' niet.
In het Nederlands schrijf je achter woorden die eindigen met een
Y
gewoon
's
.
Dit betekent in het Engels iets heel anders!
1 lad
y
--> 2 lad
ies
.
Maar let op, dit gebeurt alleen bij woorden die klinken als een
'ie'
. Dus bij het woord 'boy' niet.
Slide 6 - Slide
Tot slot..
Er zijn een aantal woorden die je vaak tegenkomt zoals:
1 man and 2 men.
1 woman and 2 women.
1 foot and 2 feet.
Slide 7 - Slide