What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Return to search
4 de enero 2021
Herhaling Capítulo 1.
Lidwoorden in het Spaans (el, la, un, una, los, las, unos, unas
de getallen t/m 20
el verbo ser --> ik ben = yo soy
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling Capítulo 1.
Lidwoorden in het Spaans (el, la, un, una, los, las, unos, unas
de getallen t/m 20
el verbo ser --> ik ben = yo soy
Slide 1 - Slide
Het meervoud van het woord
de jongen
A
los chicos
B
les chicos
C
las chicos
D
el chico
Slide 2 - Quiz
Wat is het meervoud van
la ciudad
A
las ciudads
B
las ciudadas
C
las ciudades
D
las ciudados
Slide 3 - Quiz
een paar meiden significa:
A
una chicas
B
unas chicas
C
un chicas
D
unos chicos
Slide 4 - Quiz
uno + trece =
Slide 5 - Open question
dos + diez
Slide 6 - Open question
wat is 15 in het Spaans
Slide 7 - Open question
diez + diez =
Slide 8 - Open question
jij bent significa:
A
yo soy
B
él es
C
ella es
D
tú eres
Slide 9 - Quiz
ik ben significa:
A
yo eres
B
yo soy
C
yo es
D
yo tengo
Slide 10 - Quiz
wij zijn meisjes
A
nosotras somos chicas
B
nosotros somos chicos
C
nosotras son chicas
D
nosotras somos chicos
Slide 11 - Quiz
Ik heet significa:
Slide 12 - Open question
ik ben 14 jaar oud
Slide 13 - Open question
wat zeg je terug als iemand je in het Spaans vraagt: ¿Qué tal?
Slide 14 - Open question