LMC Voortgezet Onderwijs

uitleg leestekens en citaten

- Uitleg leestekens (+ oefenen)
- Uitleg citaten (+ oefenen)


1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Uitleg leestekens (+ oefenen)
- Uitleg citaten (+ oefenen)


Slide 1 - Slide

Lesdoelen

- Je kunt leestekens toepassen in een geschreven tekst.
- Je kunt zinnen of tekstgedeeltes op een juiste manier citeren.

Slide 2 - Slide

Uitleg leestekens
Elke zin sluit je af met één van de volgende leestekens:
- punt = einde van een normale zin
- vraagteken = einde van een vraagzin
- uitroepteken = einde van een zin met een uitroep, bevel of waarschuwing

Let op!
Je mag soms voor drie punten, vraagtekens of uitroeptekens kiezen om dit te benadrukken. Meer mag niet!

Slide 3 - Slide

Uitleg leestekens
Er zijn nog twee andere leestekens die heel belangrijk zijn:
- dubbele punt = voor een opsomming of citaat
- komma = na een aanhef of uitroep, tussen twee werkwoordelijk gezegdes, tussen de eerste delen van een opsomming, voor de meeste signaalwoorden en bij citaten.
Hé, waarom heb jij mijn jas niet gewassen, want die wil ik morgen aan.
De dag begint altijd met een heel ritueel: opstaan, douchen, aankleden, ontbijten en naar school.

Slide 4 - Slide

Uitleg citaten
Een citaat is het letterlijk overnemen van wat iemand zegt. De tekst die de persoon letterlijk zegt, plaats je tussen aanhalingstekens. 

Maar dat is niet het enige...

Slide 5 - Slide

Citaat achterin de zin
1 Gebruik een dubbele punt voor het citaat.
2 Begin het citaat met een hoofdletter.
3 Zet aan het begin en einde van het citaat aanhalingstekens.
4 Plaats het leesteken aan het eind van de zin binnen de aanhalingstekens.

Danny zei: 'Dat is geschiedkundig onjuist.'
Tessa vroeg: 'Mevrouw, waarom doet u altijd zo vrolijk?'


Slide 6 - Slide

josephine vroeg hoe heet de president van rusland

Slide 7 - Open question

Citaat voorin de zin
1 Begin het citaat met een hoofdletter.
Zet aan het begin en einde van het citaat aanhalingstekens.
3 Zet een komma na het citaat als de zin nog verder gaat.
4 Je hoeft na het citaat niet opnieuw een hoofdletter te plaatsen.
5 Eindigt het citaat met een vraagtekens of uitroepteken? Neem dit nog op binnen het citaat (je krijgt dus drie leestekens achter elkaar).

'Dat is geschiedkundig onjuist', zei Danny.
'Mevrouw, waarom doet u altijd zo vrolijk?', vroeg Tessa.

Slide 8 - Slide

Eten we alweer stamppot mopperde Arwel

Slide 9 - Open question

Onderbroken citaat
Volg alle eerder genoemde regels, maar...
-  Zet een komma na een onderbreking van een citaat.
- Als er in de zin een komma staat, dan laat je de komma na het citaat weg.

'Dat is een spelfout',  zei mevrouw Van Dijke, 'dat zie ik meteen!'
 'Ik vermoed', zei Sinterklaas, 'dat Timo stout is geweest.'

Slide 10 - Slide

Probeer de oefening binnen de tijd af te hebben.

Doe het wel goed!


timer
5:00

Slide 11 - Slide

Nakijken oefening

Slide 12 - Slide

afsluiting 
Doel bereikt?



 






Slide 13 - Slide

komma, citaten, vraagteken
uitroepteken, dubbele punt,

Slide 14 - Mind map