What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Return to search
3 basis herhaling ecologie
Herhaling thema 5
Ecologie
3 basis
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling thema 5
Ecologie
3 basis
Slide 1 - Slide
In welk celonderdeel vindt fotosynthese plaats?
Fotosynthese
1
2
3
4
5
Slide 2 - Drag question
Nodig
voor fotosynthese
Ontstaat
bij fotosynthese
Reactie van fotosynthese
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
Licht
Glucose
Slide 3 - Drag question
Wordt bij verbranding energie verbruikt?
Wordt bij verbranding energie verbruikt?
Wordt bij verbranding energie verbruikt?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Wie doen er aan verbranding?
A
Alleen planten
B
Alleen dieren
C
Planten en dieren
D
Alle levende organismen
Slide 5 - Quiz
Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof = koolstofdioxide + water
B
koolstofdioxide + water = glucose + zuurstof
C
koolstofdioxide + glucose = water + zuurstof
D
glucose + water = koolstofdioxide + zuurstof
Slide 6 - Quiz
Wat is stofwisseling?
A
Het groeien en ontwikkelen van een organisme
B
Stoffen worden omgezet in andere stoffen
C
D
Slide 7 - Quiz
Energierijke stoffen
Energiearme stoffen
glucose
water
zuurstof
koolstofdioxide
mineralen
Slide 8 - Drag question
Waarom gaat de muis in het bovenste experiment dood en bij het onderste experiment niet?
A
De plant produceert zuurstof
B
De plant biedt bescherming
C
de plant zorgt voor voedsel
D
De plant produceert koolstofdioxide
Slide 9 - Quiz
Wat is er fout aan deze voedselketen ?
A
Een voedselketen bestaat niet uit zoveel schakels
B
Het begint niet met een producent
C
Er staan geen reducenten in
D
De pijltjes ontbreken
Slide 10 - Quiz
De tweede schakel in een voedselketen is altijd een... of een...
A
vleeseter of reducent
B
planteneter of vleeseter
C
planteneter of een alleseter
D
vleeseter of consument
Slide 11 - Quiz
Voedselaanbod en soortgenoten. Zijn deze factoren abiotisch of biotisch?
A
Beide abiotisch
B
Beide biotisch
C
Voedselaanbod abiotisch, soortgenoten biotisch
D
Voedselaanbod biotisch, soortgenoten abiotisch.
Slide 12 - Quiz
Consument
Producent
Reducent
Slide 13 - Drag question
Individu
Populatie
Ecosysteem
Slide 14 - Drag question
Vin
staartvin
Kieuwen
Slijm
Gestroomlijnd lichaam
Om vooruit te zwemmen
om rechtop in het water te blijven
gemakkelijk door het water glijden
zuurstof opnemen uit het water
Minder weerstand =sneller voortbewegen
Slide 15 - Drag question
Wat voor snavel heeft dit dier?
A
pincetsnavel
B
haaksnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel
Slide 16 - Quiz
Een olifant hoort bij......
A
zoolgangers
B
hoefgangers
C
teengangers
Slide 17 - Quiz
Zoolganger
Hoefganger
Teenganger
Slide 18 - Drag question
Een voorbeeld van een teenganger is een?
A
mens
B
paard
C
beer
D
hond
Slide 19 - Quiz
Snavels bij vogels
Deze vogel heeft een snavel om een grotere prooi te vangen.
Deze vogel kan met zijn snavel goed zaadjes open maken
d
Deze vogel zeeft het water op zoek naar kleine diertjes en plantjes.
Met deze snavel kan de vogel insecten uit boomschors halen.
Deze vogel kan bodemdiertjes uit de grond pikken
Slide 20 - Drag question
Snavels bij vogels
Zeefsnavel
Haaksnavel
Pincetsnavel
Kegelsnavel
Priemsnavel
Slide 21 - Drag question
Wat voor vogel is dit als je
naar de poten kijkt?
A
Zangvogel
B
Roofvogel
C
Loopvogel
D
Steltvogel
Slide 22 - Quiz
Welke poot kan van een loopvogel zijn?
A
Poot 1
B
Poot 2
C
Poot 3
D
Poot 4
Slide 23 - Quiz
In de afbeelding is de poot van een vogel getekend.
Van wat voor vogel kan de poot zijn?
A
Van een loopvogel
B
Van een roofvogel
C
Van een zangvogel
Slide 24 - Quiz
A
deze planten leven in een droge omgeving
B
deze planten leven in een vochtige omgeving
Slide 25 - Quiz
A
deze planten zijn aangepast aan een droge omgeving
B
Deze planten zijn aangepast aan een lichte omgeving
C
deze planten zijn aangepast aan een vochtige omgeving
Slide 26 - Quiz
Vochtige omgeving
Droge omgeving
Slide 27 - Drag question
droge omgeving
vochtige omgeving
grote, dunne bladeren
kleine, dikke bladeren
dikke waslaag
dunne waslaag
behaarde bladeren
onbehaarde bladeren
Slide 28 - Drag question
Waarom moet een vleesetende plant kleine insecten vangen?
A
Is een plant zonder fotosynthese
B
is een plant die niet aan verbranding doet
C
Is een plant die extra mineralen nodig heeft
D
Is een plant die extra koolstofdioxide nodig heeft
Slide 29 - Quiz
Wat doet een ecoloog
A
onderzoekt relaties tussen planten en dieren
B
onderzoekt relaties tussen abiotische factoren
C
onderzoekt relaties tussen verschillende individuen
D
onderzoekt beschermde diersoorten
Slide 30 - Quiz