attribuut: Een voorwerp dat duidelijk maakt welke persoon of figuur is afgebeeld.
accessoire: Modeartikelen die geen kleding zijn, maar een outfit compleet maken, zoals sieraden en tassen.
blikrichting: De richting waarin de afgebeelde persoon kijkt.
en face: Een portret recht van voren.
en profil: Een portret van de zijkant.
gebaar: Een beweging van de handen, het hoofd of andere lichaamsdelen.
uitdrukking: Uitdrukking van het gezicht (gezichtsuitdrukking) of van de gehele afgebeelde persoon die vaak een emotie laat zien.
houding: De stand van het lichaam van afgebeelde personen.
geënsceneerd: In scene gezet, niet spontaan.
genre: Kunstsoort met een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld portret, landschap of stilleven.
idealiseren: Iets mooier voorstellen dan het in werkelijkheid is.
kleding: Kleren. Kleding in een kunstwerk kan iets vertellen over de tijdsperiode of de status van de afgebeelde personen.
landschap: Een kunstwerk met een landschap als onderwerp.
mimiek: Ander woord voor gezichtsuitdrukking.