Strux Nederlands in de praktijk Hst 4 Moeilijke woorden

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Strux Nederlands in de praktijk 

                                                              

                                                                  Hoofdstuk 4

                                                                  "Moeilijke woorden"

Doelen Hoofdstuk 4

1. Je kunt de betekenis van moeilijke woorden raden door te kijken naar de woorden en zinnen eromheen.

2. Je kunt de betekenis van moeilijke woorden afleiden uit de opbouw van het woord zelf.

3. Je kunt de betekenis van moeilijke woorden opzoeken in een woordenboek of woordenlijst. 

Omgaan met moeilijke woorden

Soms staan er moeilijke woorden in de tekst. Soms begrijp je de tekst toch wel. Ook als je het woord niet kent. Dan kun je gewoon doorlezen. 

Begrijp je de tekst niet door een moeilijk woord? Lees dan de zinnen en woorden rondom het woord. Soms kun je dan afleiden wat het woord betekent. 

Wat betekend dit woord: 

RESTAFVAL

REST          AFVAL

Het tweede deel is altijd het belangrijkste! 

Weet jij wat het laatste woord betekend?

Dan kun je ook het hele woord raden.

                  Restafval= 

               afval dat overblijft

Even oefenen! 

Weet jij de betekenis van deze woorden? 

Tafereel

1. Een gebeurtenis
2. Een actie
3. Een grote tafel

Bravoure

1. lef
2. brutaal
3. braaf

Aangezien

1. bij nader inzien
2. omdat
3. wegens

Furieus

1. leugenachtig
2. woedend
3. vurig

berucht

1. gehaat
2. bekend door slechte dingen
3. beroemd

Complimenten

1. Iemand een compliment geven
2. Aardig zijn
3. Iets netjes vragen

Afkeer

1. Afwas
2. Afschuw
3. Tegenzin

Wat doe je als je een woord niet kent? 

Zoek het woord op!

Google

Woordenboek 

Opdracht

Maak het werkblad. 

Staat in je mail op magister. 

Les 2

Weet jij nog waar het de vorige keer over ging? 

Moeilijke woorden

Wat kun je doen als je de betekenis niet weet? 

Afleiden-----------opzoeken 

Samengestelde woorden 

Een samengesteld woord bestaat uit 1 of meer delen. Het laatste woord is het belangrijkst. Hiermee kun je vaak de betekenis raden. 

Een voorbeeld: kastdeur! 

KAST     DEUR=  Deur van een kast 

Samengestelde woorden

Samenwerken

1. Je krijgt 10 briefjes

2. Zet op ieder briefje een moeilijk woord en vouw het briefje dicht. 

4. Zet de betekenis van het woord voor jezelf op een wit vel. 

5. Doe het alleen en laat je antwoorden niet zien. 

Geen straattaal

Geen scheldwoorden

Maak een groepje van 4 of 5 personen. 

Leg alle briefjes in het midden van de tafel.

Pak een briefje! 

Lees het woord voor.

Wat betekent het woord? 

Ruim je laptop op!

Pak je boek

Lever je briefjes in

Zelfstandig werken

Maak opdracht 1 t/m 6

Les 3

Weet jij nog waar het de vorige keer over ging?

 Wat zijn.....

Samengestelde woorden

Werkwoorden

Vervoeging

Tegenwoordige tijd

Ik........

Verleden tijd

Ik.........

Tegenwoordige Tijd
Ik...................

Verleden tijd
Ik.............

Opdrachten 

We maken opdracht 7 en 8 in ons werkboek

(Klassikaal) 

(Opdracht 9  en 10 slaan we over, zet daar maar een kruis doorheen)

Epibreren?

Betekenis van een woord 

1. Ik lees het woord

2. Ik kijk naar de woorden en zinnen rondom het woord

3. Ik zoek het woord op 

Opdracht 11

1. Lees de tekst 

2. Welke woorden zijn vetgedrukt?

3. Maak de opdracht

Opdracht 12

1. Lees de tekst

2. Onderstreep de moeilijke woorden

3. Beantwoord de vragen bij opdracht 12

Les 4

Eindopdracht! 

Moeilijke woorden 

Nodig:

- Pen, laptop

Geen muziek!