LMC Voortgezet Onderwijs

2.8 deel 2

1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom! 
Welkom!

Slide 2 - Slide

Lesplanning
Herhaling Nederlandse landschappen
15 min
Afmaken paragraaf 2.8
15 min
Maken paragraaf 2.10
20 min
Herhaling Nederlandse landschappen
15 min
Lesafsluiting
05 min

Slide 3 - Slide

Nederlandse landschappen

  • Veenlandschap
  • Zeekleilandschap
  • Zandlandschap
  • Duinlandschap
  • Rivierkleilandschap
  • Lösslandschap

Gevormd door: ijs, water en wind

Slide 4 - Slide

Wat wordt er bedoeld met
Hoog-Nederland?
A
Het aardoppervlak boven de zeespiegel.
B
Het aardoppervlak in Nederland boven de zeespiegel vanaf 1 meter
C
Het aardoppervlak in Nederland waar zowel de zee, rivieren en neerslag invloed hebben.
D
Het aardoppervlak in Nederland dat bij overstromingen van een rivier niet onder water komt te liggen.

Slide 5 - Quiz

Hoe noemen we het materiaal dat zowel door de zee als een rivier kan worden afgevoerd?
A
Gletsjerpuin
B
Erosie
C
Grondstof
D
Sediment

Slide 6 - Quiz

Welke begrippen moeten staan op plaats A en B in de afbeelding?
A
A. Oeverwallen B. Inklinking
B
A. Inklinken B. Komgronden
C
A. Oeverwallen B. Komgronden
D
A. Komgronden B. Oeverwallen

Slide 7 - Quiz

Wat is veen?
A
Natte grondsoort die bestaat uit afgestorven plantenresten
B
Laaggelegen deel van het rivierengebied
C
Het inzakken van de grond door opdroging van klein en veen en verrotting van veen.
D
Een drooggemaakt meer of stuk van de zee

Slide 8 - Quiz

Wat betekend het begrip löss
A
Fijn sediment dat door de zee is afgezet.
B
Fijn zand dat door de wind is afgezet.
C
Het materiaal waar de ondergrond uit bestaat.
D
Fijn sediment dat door de rivier is afgezet.

Slide 9 - Quiz

Wat betekend de afkorting NAP?
En wat is het?

Slide 10 - Open question

Wat zijn stuwwallen?

Slide 11 - Open question

Wat betekent het begrip laag-Nederland?

Slide 12 - Open question

Wat is rivierklei?
A
Het materiaal waar de ondergrond uit bestaat.
B
Fijn sediment dat door de zee is afgezet.
C
Fijn sediment dat door rivieren is afgezet.
D
Fijn zand dat door de wind is afgezet.

Slide 13 - Quiz

Wat betekend het begrip ijstijd?

Slide 14 - Open question

Aan de slag
  • Wat? Maak paragraaf 2.8 helemaal af

  • Tijd? 15 minuten
  • Klaar? Maak paragraaf 2.10. Je hebt hiervoor een atlas nodig. Pak deze uit de kast
timer
15:00

Slide 15 - Slide

Begrippenopdracht
Maak een PowerPoint met daarin de onderstaande begrippen + uitleg + bijbehorende plaatjes:
1. Veen
2. Zandlandschap
3. Rivierklei
4. Zeeklei
5. Löss 
6. Duinen
7. NAP
8. Hoog-Nederland
9. Laag-Nederland
10. IJstijd

Klaar? 
Laat zien aan docent + lever in via berichten
Start daarna met 2.10
timer
15:00

Slide 16 - Slide