This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 150 min
Introduction
Aan het eind van deze les kun je herkennen, uitleggen en toepassen welke verschillende kleuren en kleurcontrasten er zijn.
Items in this lesson
Beeldaspect
Kleur
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen, uitleggen en toepassen welke verschillende kleuren en kleurcontrasten er zijn.
Slide 2 - Slide
timer
1:00
Beeldaspect Kleur
Waar denk je aan bij het beeldaspect Kleur
Slide 3 - Mind map
Kleurencirkel
Een kleurencirkel is een manier om zichtbaar te maken hoe de primaire kleuren, secundaire kleuren en tertiaire kleuren zich tot elkaar verhouden.
Slide 4 - Slide
Kleurfamilie
Een groep kleuren die onderling weinig verschillen of aan elkaar verwant zijn. Bijvoorbeeld verschillende tinten rood. Daar mogen ook nog wat kleuren naast staan, in dit geval bijvoorbeeld oranje en roze, omdat daar ook rood doorheen gemengd is. Maar deze andere kleuren mogen niet te veel afsteken.
Slide 5 - Slide
Wat is kleur?
Kleur heeft een aantal eigenschappen: toon, helderheid en verzadiging. De toon bepaalt de soort of familie waartoe de kleur behoort, bijvoorbeeld rood. De helderheid zegt iets over de mate waarin het licht weerkaatst wordt en de verzadiging zegt iets over de hoeveelheid pigment in een kleur.
Vincent van Gogh, Caféterras bij nacht,1888, olieverf op doek
Slide 6 - Slide
Primaire kleuren
de primaire kleuren zijn:
rood,
geel
blauw
Slide 7 - Slide
Secundaire kleuren
secundaire kleuren ontstaan wanneer we twee primaire kleuren met elkaar mengen
oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren, hiernaast zie je hoe je deze kleuren mengt
Slide 8 - Slide
Tertiaire kleuren
dit zijn de kleuren die ontstaan door het mengen van een primaire kleur met een secundaire
blauw met groen geeft bijvoorbeeld blauwgroen
Slide 9 - Slide
Kleur tegen kleurcontrast
dit contrast is het sterkst wanneer je felle, pure kleurvlakken tegen elkaar aan zet, zonder omtreklijnen
Slide 10 - Slide
Complementair contrast
deze kleuren versterken elkaar, ze staan recht tegenover elkaar in de kleurencirkel.
dit zijn:
paars-geel,
rood-groen,
blauw-oranje.
Slide 11 - Slide
Licht-donker contrast
dit is het verschil tussen lichte en donkere kleuren
wit -zwart is het grootste contrast
je maakt kleuren donkerder of lichter door het bijmengen van zwart of wit
Slide 12 - Slide
Warme en koude kleuren
warme kleuren:
zijn warm en gezellig
lijken dichterbij
vormen een contrast met koude kleuren
koude kleuren:
zijn koel en rustig
lijken verder weg
vormen een contrast met warme kleuren
Slide 13 - Slide
Koud–warm contrast
een warme kleur naast een koude kleur geeft een koud-warmcontrast
Slide 14 - Slide
Kleurenfamilie
dit zijn alle kleuren die uit dezelfde kleur zijn gemengd. Ze verschillen heel weinig van elkaar. Bijvoorbeeld alle kleuren rood. Maar ook roden en paarsen behoren tot dezelfde kleurenfamilie
kleuren in een kleurenfamilie hebben steeds één kleur gemeenschappelijk
Slide 15 - Slide
Expressief kleurgebruik
Bij expressief kleurgebruik worden kleuren gebruikt om gevoelens en emoties die een voorstelling bij de schilder opriep weer te geven.
Slide 16 - Slide
Signaalfunctie
kleuren kunnen ook een signaalfunctie hebben, zo kan de kleur aangeven dat er gevaar bestaat, of dat er geen gevaar is