LMC Voortgezet Onderwijs

2.1 negatieve getallen

Start opdracht
Maak A,B, en C van de sommen  van opgave 1 en 2 op
bladzijde 90 (H2)
zelfstandig 10 minuten aan de slag
zonder praten
timer
10:00
1 / 37
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Start opdracht
Maak A,B, en C van de sommen  van opgave 1 en 2 op
bladzijde 90 (H2)
zelfstandig 10 minuten aan de slag
zonder praten
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

wat is het koudst?
10 graden, 0 graden of -7 graden

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met negatieve getallen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: positieve en negatieve getallen, tegengestelden, getallen vergelijken
Positieve en negatieve getallen vergelijken
Tegengestelde getallen: 1 is tegengesteld aan -1
Positieve en negatieve getallen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Tegengestelde getallen
Tegengestelde getallen liggen op de getallenlijn even ver van 0.

Bijvoorbeeld:
De getallen -3 en 3 zijn elkaars tegengestelden







Slide 5 - Slide

This item has no instructions

het tegengestelde getal van 0,5 is
A
-0,5
B
0,5
C
5,0
D
-5,0

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tegengestelde getal van:
-10
A
1
B
0
C
11
D
10

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tegengestelde getal van:
980
A
089
B
-980
C
-089
D
890

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tegengestelde getal van 3?
A
-3
B
3
C
0
D
1

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tegengestelde getal van -11?
A
1,1
B
11
C
3
D
22

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Groter en kleiner dan

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welke is groter?
A
-4
B
4

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke is groter?
A
9
B
-10

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke is groter?
A
-2
B
-5

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Rekenen met negatieve getallen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld

Het is 1° en het wordt 6° kouder

de som die daarbij hoort is:

1 - 6 = -5

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Het is -1° en het wordt 6° kouder

de som die daarbij hoort is:

-1 - 6 = -7

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Het is 1° en het wordt 6° minder koud

de som die daarbij hoort is:

1 -- 6 = 7

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Het is -1° en het wordt 6° minder koud

de som die daarbij hoort is:

-1 -- 6 = 5

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

los op: 1-6=
A
-7
B
-5
C
7
D
5

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

los op: 1--6=
A
-7
B
-5
C
7
D
5

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

los op: -1-6=
A
-7
B
-5
C
7
D
5

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

los op: -1--6=
A
-7
B
-5
C
7
D
5

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

los op: -1--6=
A
-7
B
-5
C
7
D
5

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

los op: 1+-6=
A
-7
B
-5
C
7
D
5

Slide 26 - Quiz


los op: 6+2-3=
A
8
B
-5
C
7
D
5

Slide 27 - Quiz


los op: -6+2-3=
A
7
B
-5
C
-7
D
5

Slide 28 - Quiz


los op: -6+-2-3=
A
7
B
-11
C
-7
D
5

Slide 29 - Quiz


los op: 6 x 4 =
A
24
B
-24

Slide 30 - Quiz


los op: -6 x 4 =
A
24
B
-24

Slide 31 - Quiz


los op: 6 x -4 =
A
24
B
-24

Slide 32 - Quiz


los op: -6 x -4 =
A
24
B
-24

Slide 33 - Quiz


vermenigvuldigen met negatieve getallen


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

wat heb je in deze les geleerd?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

noem twee dingen die je nog lastig vind aan het rekenen met negatieve getallen

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk
Maak opdracht: 2,4,9,10,12,13
extra oefenen: 3,5,7
extra uitdaging: 8,16,17,18

Slide 37 - Slide

This item has no instructions