What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Return to search
Het onregelmatige werkwoord Pouvoir en Vouloir
Ik herken de verschillende vormen van de werkwoorden
Vouloir/Pouvoir
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Ik herken de verschillende vormen van de werkwoorden
Vouloir/Pouvoir
Slide 1 - Slide
Vouloir (= willen)
Présent (tegenwoordige tijd)
Je
veux
= ik wil
Tu
veux
= jij wil
Il/elle/on
veut
= hij/zij/men wil
Nous
voulons
= wij willen
Vous
voulez
= jullie willen/u wil
Ils/elles
veulent
= zij willen
Slide 2 - Slide
Pouvoir (=kunnen)
Présent (tegenwoordige tijd)
Je
peux
= ik kan
Tu
peux
=jij kunt
Il/elle/on
peut
= hij/zij/men kan
Nous
pouvons
=wij kunnen
Vous
pouvez
=jullie kunnen/u kunt
Ils/Elles
peuvent
=Zij kunnen
Slide 3 - Slide
Je veux
Tu veux
Il veut
Elle veut
Nous voulons
Vous voulez
Ils/elles veulent
Ik wil
Jij wilt
Hij wil
Zij wil
Wij willen
Jullie willen
Zij willen
Slide 4 - Drag question
pouvoir
kunnen
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
peux
pouvez
peut
peux
peuvent
pouvons
Slide 5 - Drag question
Sleep de vervoeging naar het juiste werkwoord
Vouloir
Pouvoir
Veux
Voulons
Peux
Pouvez
Peuvent
Veut
Veulent
Pouvons
Slide 6 - Drag question
Zet het werkwoord in de présent.
Elle (vouloir)
A
voulons
B
veux
C
voulu
D
veut
Slide 7 - Quiz
Zet het werkwoord in de présent.
Vous (vouloir)
A
veut
B
veulent
C
voulons
D
voulez
Slide 8 - Quiz
Zet het werkwoord in de présent.
Ils (vouloir)
A
veulent
B
voulu
C
veut
D
voulons
Slide 9 - Quiz
je (pouvoir)
A
peut
B
peux
C
peuvent
D
pouvez
Slide 10 - Quiz
elles ___ (pouvoir)
A
peux
B
peut
C
pouvez
D
peuvent
Slide 11 - Quiz
nous ___ (pouvoir)
A
voulons
B
voulez
C
pouvons
D
pouvez
Slide 12 - Quiz
Werkwoord
vouloir/pouvoir: invullen
Slide 13 - Slide
Voer de juiste vorm van vouloir in:
nous ______________ (présent)
Slide 14 - Open question
Voer de juiste vorm van vouloir in:
Ta copine ______________ (présent)
Slide 15 - Open question
Voer de juiste vorm van pouvoir in:
je ______________ (présent)
Slide 16 - Open question
Voer de juiste vorm van pouvoir in:
les garçons ______________ (présent)
Slide 17 - Open question
Voer de juiste vorm van vouloir in:
Alexandre __________
Slide 18 - Open question
Voer de juiste vorm van pouvoir in:
Vous __________
Slide 19 - Open question
Voer de juiste vorm van vouloir in:
Mes frères __________
Slide 20 - Open question
Huiswerk
Maken: Ex: 8ABCD, p. 51, 52
Leren POUVOIR en VOULOIR, p. 51
Slide 21 - Slide