This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Regels van de toets
Er zijn 15 meerkeuze vragen
en er zijn 6 open vragen
Voor de meerkeuze vragen kan je per vraag 3 punten verdienen.
Voor de meerkeuze verschilt dit per vraag.
Jullie hebben 45 min voor de toets! Succes!
Slide 1 - Slide
Je ziet een Voorwerp als:
A
Het voorwerp word verlicht
B
Er licht UIT je ogen op het voorwerp valt
C
Er licht van het voorwerp in je oog valt
D
Het voorwerp zich niet in schaduw bevindt
Slide 2 - Quiz
Wat is geen vorm van een natuurlijke lichtbron
A
Sterren
B
Vuur
C
Kaars
D
Zon
Slide 3 - Quiz
Een lichtbron straalt licht uit. Langs welke lijnen beweegt licht?
A
Horizontale lijnen
B
Kromme lijnen
C
Rechte lijnen
D
Verticale lijnen
Slide 4 - Quiz
Een boom wordt verlicht door straatlantaarns. De boom geeft daardoor een kernschaduw en een halfschaduw. Hoeveel straatlantaarns kun je zien als je in de half schaduw staat.
A
0
B
1
C
2
Slide 5 - Quiz
Als je je hand tussen een projectiescherm houdt ontstaat er een schaduw op het scherm.
Deze schaduw wordt groter als je:
A
Je hand dichter bij het scherm houdt
B
Je hand verder van de lamp houdt
C
Het scherm dichter bij de lamp zet
D
Een sterkere lamp neemt.
Slide 6 - Quiz
Bij het tekenen van de hoek van inval en terugkaatsing, teken je ook de Normaal. Welke bewering over de normaal is waar?
A
Beweegt van de spiegel af
B
Beweegt naar de spiegel toe
C
Staat loodrecht op de normaal
D
Staat loodrecht op de spiegel
Slide 7 - Quiz
Een Licht straal weerkaatst terug van een spiegel: Dan is de hoek van inval ..... de hoek van terugkaatsing
A
Evengroot als
B
Groter dan
C
Kleiner dan
Slide 8 - Quiz
Welke bewering over een prisma is waar?
A
Een prisma word ook wel het kleurenspectrum genoemd
B
Een prisma breekt zonlicht in verschillende kleuren
C
Een prisma voegt kleuren licht samen tot wit licht
D
Een prisma werkt op zonne energie
Slide 9 - Quiz
Een groene trui word beschenen met zuiver groen licht. Je ziet de trui dan als..
A
Rood
B
Geel
C
Groen
D
Zwart
Slide 10 - Quiz
En als je de groene trui met zuiver Rood licht beschijnt?
A
Rood
B
Geel
C
Groen
D
Zwart
Slide 11 - Quiz
Welke bewering is waar over het absorberen en terugkaatsen van licht.
A
Groene voorwerpen absorberen rood licht
B
Rode voorwerpen absorberen rood licht
C
Groene voorwerpen weerkaatsen blauw licht
D
Zwarte voorwerpen weerkaatsen alle kleuren
Slide 12 - Quiz
Wat is de letterlijke betekenis van infrarood?
A
Donker Rood
B
Voor het rood
C
Sterker dan rood
D
rechts van rood
Slide 13 - Quiz
Welke bewering over Infrarood is waar?
A
Een koud voorwerp zendt geen IR-straling uit
B
Een IR-sensor kan op bewegingen van mensen reageren
C
Je huidt wordt bruin door IR-straling
D
IR straling kan je met het blote oog zien
Slide 14 - Quiz
Welke bewering over UV is niet waar?
A
Alle voorwerpen zenden UV straling uit
B
UV straling kan je niet met het blote oog zien
C
UV straling is schadelijk voor je huid
D
UV straling vergroot de kans op kanker
Slide 15 - Quiz
Welke apparaten maken gebruik van UV straling
A
Afstandsbediening en Alarminstallaties
B
Afstandsbediening en Discolampen
C
Zonnebanken en apparaten voor het behandelen van sport blessures
D
Zonnebanken en discolampen
Slide 16 - Quiz
Bij het licht van de maan kun je soms een boek lezen. Toch is de maan geen lichtbron. Ligt dit toe.
Slide 17 - Open question
Er staan twee bomen bomen naast elkaar in de brandende zon. Waarom is er dan geen half of kernschaduw?
Slide 18 - Open question
Invallende lichtstraal
Terugge-
kaatste lichtstraal
De normaal
Hoek van inval
Hoek van Terugkaatsing
Slide 19 - Drag question
Hoe noem je de rode lijnen die langs het voorwerp lopen?
Slide 20 - Open question
Welke kat kan je zien en waarom? (En zie je dan de hele kat of een deel)
Slide 21 - Open question
Op welke plek komt de schaduw van de bal te staan en waarom?