LMC Voortgezet Onderwijs

thema 1 verbranding en ademhaling; oefentoets

Welkom allemaal!!




zoek een plek op in de klas,
pak je biologie boek voor je.
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom allemaal!!




zoek een plek op in de klas,
pak je biologie boek voor je.

Slide 1 - Slide

Oefen toets verbranding en ademhaling

Slide 2 - Slide

Wat heeft een organisme nodig voor verbranding?
Wat produceer je bij verbranding?

Slide 3 - Drag question

welk onderdeel in de keelholte sluit de neusholte af als je slikt?
A
huig
B
strotklepje
C
tong
D
bronchie

Slide 4 - Quiz

Welk gas wordt in de longblaasjes afgegeven aan de lucht?
A
Koolstofdioxide
B
Zuurstof
C
Stikstof

Slide 5 - Quiz

Je neusholte is bedekt met
A
speeksel
B
slijmvlies
C
bloedvaten
D
maagzuur

Slide 6 - Quiz

Geef de formule voor verbranding
+
+
+
Energie
Koolstof-
dioxide
Zuurstof
Water
Brandstof

Slide 7 - Drag question

Kies ja of nee:
Bevat frisse lucht veel zuurstof en weinig koolstofdioxide?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

is de verbranding bij de persoon in de afbeelding hoger of lager dan bij iemand die slaapt?
A
Hoger
B
Lager

Slide 9 - Quiz

Aan het slijm aan de binnenkant van de luchtpijp blijven stofdeeltjes en ziekteverwekkers kleven.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Welk nummer verwijst naar een luchtpijptakje?
A
9
B
13
C
11
D
10

Slide 11 - Quiz

Met welk nummer wordt in de afbeelding hieronder uitgeademde lucht aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quiz

middenrif
longblaasje
bronchiën
longhaarvat
luchtpijp
neusholte
long
luchtpijptakje

Slide 13 - Drag question

Plaatje 1 hoort bij een inademing
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

De lucht die je uitademt heeft
A
veel zuurstof weinig koolstofdioxide
B
veel zuurstof veel koolstof dioxide
C
weinig zuurstof veel koolstofdioxide
D
weinig zuurstof weinig koolstof dioxide

Slide 15 - Quiz

Bij welk nummer gaat koolstofdioxide het bloed uit?
A
9
B
13
C
12
D
10

Slide 16 - Quiz

De lucht die je inademt heeft
A
veel zuurstof weinig koolstofdioxide
B
veel zuurstof veel koolstof dioxide
C
weinig zuurstof veel koolstofdioxide
D
weinig zuurstof weinig koolstof dioxide

Slide 17 - Quiz

Plaatje 3 en plaatje 4 geven buikademhaling aan
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Het bloed dat naar de spieren toe stroomt heeft
A
veel zuurstof weinig koolstofdioxide
B
veel zuurstof veel koolstof dioxide
C
weinig zuurstof veel koolstofdioxide
D
weinig zuurstof weinig koolstof dioxide

Slide 19 - Quiz

Glucose en kaarsvet zijn voorbeelden van:
A
indicatoren
B
fotosynthese
C
brandstoffen
D
zuurstof

Slide 20 - Quiz

Bij welk nummer is het bloed zuurstofrijk?
A
9
B
13
C
12
D
10

Slide 21 - Quiz

Vindt in je oog ook verbranding plaats?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Welke stof in sigaretten zorgt ervoor dat het bloed minder zuurstof kan vervoeren?
A
Nicotine
B
Teer
C
Koolstofmonooxide

Slide 23 - Quiz

Wat is altijd nodig voor verbranding?
A
energie
B
zuurstof
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 24 - Quiz

Hoe heten de delen die de luchtpijp stevigheid bieden?
A
strottenhoofd
B
kraakbeenringen
C
kraakbeenbotjes
D
ribben

Slide 25 - Quiz

Welke functie hoort niet bij het neusslijmvlies?
A
Het vochtig maken van ingeademde lucht
B
Het vastplakken van stofdeeltjes en ziekteverwekkers
C
Ervoor zorgen dat je niet verslikt
D
Het vochtig maken van ingeademde lucht

Slide 26 - Quiz

Tijdens het ademen is de huig ... en het strotklepje ...
A
Open, open
B
Open, dicht
C
Dicht, open
D
Dicht, dicht

Slide 27 - Quiz

Het proces dat in je longblaasjes plaatsvindt heet:
A
Fotosynthese
B
Verbranding
C
Stofwisseling
D
Gaswisseling

Slide 28 - Quiz

Bij welk ziektebeeld heb je een allergie voor stuifmeelkorrels?
A
COPD
B
Hooikoorts
C
Corona
D
Astma

Slide 29 - Quiz

In de lucht van het klaslokaal wordt de hoeveelheid ... kleiner. Je concentratie neemt dan ...
A
Zuurstof, af
B
Zuurstof, toe
C
Koolstofdioxide, af
D
Koolstofdioxide, toe

Slide 30 - Quiz

Langs welke onderdelen van het ademhalingsstelsel gaat de lucht bij inademing?

Slide 31 - Open question

Kinderen die vapen gaan op latere leeftijd vaak roken
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

De glucose die bij verbranding nodig is halen wij uit:
A
onze voeding
B
uit het water
C
uit de lucht
D
de grond, via wortels

Slide 33 - Quiz

De verbranding bij de persoon op de foto is hoger dan bij iemand die aan het sporten is:
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quiz

De hoeveelheid koolstofdioxide
in een klaslokaal wordt de hele dag
gemeten. Op welk tijdstip zijn er de
meeste leerlingen in het lokaal?

A
tijdstip t1
B
tijdstip t2
C
tijdstip t3
D
tijdstip t4

Slide 35 - Quiz

Het bloed dat naar de longen toe stroomt heeft
A
veel zuurstof weinig koolstofdioxide
B
veel zuurstof veel koolstof dioxide
C
weinig zuurstof veel koolstofdioxide
D
weinig zuurstof weinig koolstof dioxide

Slide 36 - Quiz

NA BESPREKEN

Slide 37 - Slide

VOLGENDE LES HEBBEN WE DE TOETS HEEL HOOFDSTUK 1

Slide 38 - Slide