LMC Voortgezet Onderwijs

Beeldaspect Lijn

Beeldaspect 
LIJN
1 / 10
next
Slide 1: Slide
HandvaardigheidMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Beeldaspect 
LIJN

Slide 1 - Slide

Welke soorten lijnen ken jij?

Slide 2 - Mind map

Er zijn verschillende soorten lijnen, een paar voorbeelden:
Rechte lijnen.
Dunne en dikke lijnen.
Gebogen lijnen.
Geribbelde lijnen.
Gekrulde lijnen.
Hoekige lijnen.
Gebobbelde lijnen.
Stippellijnen.
Er zijn verschillende soorten lijnen.
Een paar voorbeelden:
Rechte lijnen.
Dunne en dikke lijnen.
Gebogen lijnen.
Geribbelde lijnen.
Gekrulde lijnen.
Hoekige lijnen.
Gebobbelde lijnen.
Stippellijnen.

Slide 3 - Slide

Acering
Bij arcering wordt met lijntjes een vlak gevuld. Je kunt de lijntjes evenwijdig naast elkaar zetten of laten kruisen. Je kunt ze dicht naast elkaar zetten (wat een donkerder effect heeft) of meer ruimte ertussen laten (wat een lichter effect heeft). En je kunt variëren in dikke en dunne lijnen.

Slide 4 - Slide

Contour
De omtreklijn van een vorm of voorwerp.

Slide 5 - Slide

Lijndikte
De lijndikte kan effect hebben op het gevoel in een tekening. Dikke, doorlopende lijnen maken een krachtige indruk, terwijl dunne, onderbroken lijnen gevoelig lijken.

Slide 6 - Slide

Lijnrichting
De richting waarin lijnen in een kunstwerk lopen hebben invloed op de compositie (ordening) van een kunstwerk. Staan alle lijnen verticaal of horizontaal, of lopen ze chaotisch door elkaar heen. De herhaling van lijnen versterkt een bepaalde richting. Wanneer alle lijnen naar één punt lopen noem je ze vluchtlijnen en is er sprake van lijnperspectief.

Slide 7 - Slide

Lijnsoort
Lijnen kunnen op verschillende manieren worden getekend: recht, strak, bibberig, dik, dun, kronkelend, vloeiend, slingerend, enz.

Slide 8 - Slide

Lijnwerking

Door het gebruik van lijnen kunnen bepaalde effecten worden bereikt:

  • Er kan diepte (perspectief) worden gesuggereerd.
  • Er kan beweging worden gesuggereerd.
  • Horizontale en verticale lijnen werken statisch en stabiel.
  • Schuine en diagonale lijnen zorgen voor onrust, dynamiek en beweging.
  • Met zware lijnen kun je iets laten opvallen of accentueren.

Slide 9 - Slide

Lineair
Opgebouwd uit lijnen.

Slide 10 - Slide