What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Return to search
8 de febrero
8 de febrero
Repasar los siguientes verbos.
El verbo ir= gaan herhalen y las preposiciones.
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
8 de febrero
Repasar los siguientes verbos.
El verbo ir= gaan herhalen y las preposiciones.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
hij/ zij / u gaat
ik ga
jij gaat
zij gaan
voy
vas
va
van
Slide 4 - Drag question
Voy a la escuela
A
jij gaat naar school
B
zij gaat naar school
C
ik ga naar school
D
zij gaan naar school
Slide 5 - Quiz
Vamos a clase de Español
A
Wij gaan naar de Spaanse les
B
Zij gaan naar de Spaanse les
C
Jullie gaan naar de Spaanse les
D
Ik ga naar de Spaanse les
Slide 6 - Quiz
¿Vais al instituto mañana?
A
Gaan we morgen naar school?
B
Gaan jullie morgen naar school?
C
Ga je morgen naar school?
D
Gaan jullie vandaag naar school?
Slide 7 - Quiz
Hoy vas a jugar al fútbol
A
Vandaag ga ik voetballen
B
Vandaag gaan we voetballen
C
Morgen ga ik voetballen
D
Vandaag ga je voetballen
Slide 8 - Quiz
Elle y Anemiek van a estudiar
A
Elle en Anemiek gaan studeren
B
Elle en Anemiek gaan leren
C
Elle en Anemiek willen studeren
D
Elle en Anemiek gaan huiswerk maken
Slide 9 - Quiz
Ik ga huiswerk maken
Slide 10 - Open question
Wij gaan voetballen
Slide 11 - Open question
Zij gaat naar huis
Slide 12 - Open question
Jij gaat studeren
Slide 13 - Open question
Irma gaat naar school
Slide 14 - Open question
Waar ga je heen?
Slide 15 - Open question
Jullie gaan naar Barcelona
Slide 16 - Open question