This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Introduction
In deze les, behorende bij het canonvenster 38 van de Canon van Nederland, leren de leerlingen over de Eerste Wereldoorlog
Instructions
De les wordt gestart d.m.v. de rode knop Geef les. Het navigeren door deze les gaat d.m.v. de pijtjestoetsen, onderaan het scherm of het toetsenbord van de computer.
Met devices
Leerlingen kunnen tijdens deze les met hun device meedoen met de interactieve onderdelen. Hiervoor voeren de leerlingen de pincode in die onderaan het scherm (en tijdens het eerste interactieve onderdeel groot) wordt getoond. Deze pincode is voor alle interactieve onderdelen in deze les geldig.
Zonder devices
Kunnen leerlingen geen gebruik maken van devices? Dan kunnen een aantal interactieve onderdelen gedaan worden op het centrale scherm. Haal hiervoor het vinkje weg bij Devices in de klas, onderaan het scherm. Deze optie is zichtbaar nadat de les, via de rode knop Geef les, is gestart.
Alle inhoud van deze les wordt volledig getoond in het huidige tabblad van de browser.
Meer achtergrondinformatie bij de Canon van Nederland is hier te vinden.
Items in this lesson
Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
1914-1918
Canonvenster Eerste Wereldoorlog
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Aardappeloproer
1917
Enkele Amsterdamse vrouwen zagen dat er een schip vol aardappelen in een van de grachten lag. Ze gingen erop af en plunderden het schip: hun schorten vol aardappelen. De dag erna waren er meer plunderaars. Pas nadat zes mensen door het leger werden doodgeschoten, keerde de rust terug
Leerdoelen
Leerstof
Interactie
Terugblik
Afbeelding vergroten
Klik op de hotspot
Navigeren door de les
Slide 2 - Slide
Deze iconen worden in de lessen van de Canon van Nederland gebruikt om aan te geven:
in welke lesfase de les zich bevindt;
welke vorm van (inter)actie in de slide aanwezig is.
Aardappeloproer
1917
Enkele Amsterdamse vrouwen zagen dat er een schip vol aardappelen in een van de grachten lag. Ze gingen erop af en plunderden het schip: hun schorten vol aardappelen. De dag erna waren er meer plunderaars. Pas nadat zes mensen door het leger werden doodgeschoten, keerde de rust terug
Terugblik op de vorige lessen
Slide 3 - Slide
In het eerste deel van deze les wordt teruggekeken op hetgeen al geleerd is c.q. al bekend is over het onderwerp.
Wat weet je al van de
Eerste Wereldoorlog?
Slide 4 - Mind map
Bij het interactieve onderdeel Woordweb kunnen de leerlingen aangeven wat ze al van het onderwerp 'Eerste Wereldoorlog' weten.
Met devices
Dit woordweb werkt het beste als leerlingen gebruik kunnen maken van een device, zoals een tablet, laptop of smartphone. Dit kan individueel, waarbij de leerlingen allemaal gebruik maken van een eigen device, of in een groep met een enkel device per groep.
Zonder devices
Mocht het niet mogelijk zijn om het woordweb te doen met devices, dan kan de vraag worden getoond, waarna de leerlingen deze op papier overnemen. Ze schrijven dan rondom de vraag hun voorkennis op.
Wanneer begon de
Eerste Wereldoorlog?
A
1912
B
1914
C
1917
D
1918
Slide 5 - Quiz
Bij het interactieve onderdeel Quiz, kunnen de leerlingen de meerkeuzevraag beantwoorden. Dit kan zowel met- als zonder devices. Bij de variant zonder devices kan eventueel gebruik worden gemaakt van wisbordjes.
Sleep het vinkje naar het tijdvak van de Eerste Wereldoorlog
Slide 6 - Drag question
Met het interactieve onderdeel Sleepvraag geven de leerlingen aan over welk tijdvak dit onderwerp gaat.
Met devices
De leerlingen kunnen met hun device het vinkje verplaatsen naar het juiste tijdvak, Wereldoorlogen.
Zonder devices
De docent versleept het vinkje op het centrale scherm, op aanwijzing van de leerlingen.
Tweede Wereldoorlog
Eerste Wereldoorlog
Slide 7 - Drag question
Met het interactieve onderdeel Sleepvraag slepen de leerlingen de afbeeldingen naar een van de twee vakken.
Met deze opdracht kan niet alleen de kennis over de Eerste Wereldoorlog worden getest, maar kunnen de leerlingen ook de inhoud van de afbeelding plaatsen in de tijd. Een tank uit de Eerste Wereldoorlog is immers minder ontwikkeld dan die uit de Tweede Wereldoorlog.
Met devices
De leerlingen kunnen met hun device de afbeeldingen naar een van de twee vakken slepen.
Zonder devices
De docent versleept de afbeeldingen op het centrale scherm, op aanwijzing van de leerlingen.
Welk land hoort niet bij de Centralen?
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Bulgarije
C
Duitsland
D
Frankrijk
Slide 8 - Quiz
Bij het interactieve onderdeel Quiz, kunnen de leerlingen de meerkeuzevraag beantwoorden. Dit kan zowel met- als zonder devices. Bij de variant zonder devices kan eventueel gebruik worden gemaakt van wisbordjes.
Welk land hoort niet bij de Geallieerden?
A
Engeland
B
Verenigde Staten
C
Frankrijk
D
Duitsland
Slide 9 - Quiz
Bij het interactieve onderdeel Quiz, kunnen de leerlingen de meerkeuzevraag beantwoorden. Dit kan zowel met- als zonder devices. Bij de variant zonder devices kan eventueel gebruik worden gemaakt van wisbordjes.
Zandzakken waren gevuld met aarde en modder, en waren bedoeld om de soldaten te beschermen
In het begin van de oorlog waren de rantsoenen nog wel redelijk, maar naarmate de oorlog langer duurde, was er ook steeds minder (goed) eten.
Als de soldaten niet hoefden te vechten, speelden ze bijvoorbeeld met kaarten.
Behalve de vijand hadden de soldaten veel last van ongedierte, zoals ratten en vlooien. Sommige soldaten kwamen de tijd tussen de gevechten door met het doden van ratten.
Honden hielden de soldaten niet alleen gezelschap, ze bezorgden ook boodschappen tussen de verschillende loopgraven.
Soldaten konden vaak alleen maar overdag slapen, omdat 's nacht een goed moment was om de loopgraven van de vijanden te bespioneren.
Met een periscoop konden de soldaten de vijand bekijken, zonder grote risico's te nemen. Een periscoop werkt met spiegels.
Er zijn duizenden brieven en dagboeken van soldaten uit de Eerste Wereldoorlog bewaard gebleven. Dit zijn tegenwoordig belangrijke en waardevolle bronnen.
Voor de veiligheid van de soldaten waren de loopgraven in zigzag-vorm.
Tussen de Noordzee en de Zwitserse grens (Westfront) wordt 40.000km aan loopgraven aangelegd.
Tijdens de video kun je alle kanten opkijken! Probeer het maar eens uit!
Op wacht staan was één van de belangrijkste taken die je kon krijgen. Op het in slaap vallen tijdens de wacht stonden zeer zware straffen.
Behalve vechten en wacht houden, waren er nog genoeg andere vervelende klusjes in een loopgraaf, zoals zandzaken bijvullen, prikkeldraad repareren of het leegmaken van de latrines (wc's)
Het gebied tussen de loopgraven wordt in vier jaar tijd compleet omgeploegd. Er ontstaat een niemandsland.
Slide 10 - Slide
Met deze interactieve kijkplaat kunnen de leerlingen de verschillende onderdelen van een loopgraaf bekijken. Deze kijkplaat werkt aan de hand van Hotspots. Dit zijn interactieve knoppen die extra informatie toevoegen aan de kijkplaat.
De kijkplaat kan op het centrale scherm worden getoond, waarbij de docent de hotspots aanklikt.
Daarnaast is het mogelijk om de kijkplaat door leerlingen zelfstandig op hun device te laten bekijken. Dit kan door een vinkje te zetten voor de optie 'Deel scherm', onderaan de slide.
Met wie vocht Nederland mee in de Eerste Wereldoorlog?
Slide 11 - Open question
Bij het interactieve onderdeel Open vraag kunnen leerlingen een langer antwoord invoeren. Hiervoor hebben de leerlingen een device nodig. De antwoorden verschijnen dan als kaartjes op het centrale scherm.
Uiteraard kan de vraag ook zonder devices getoond worden. Er zal dan echter geen invoer mogelijk zijn.
Het antwoord is uiteraard dat Nederland neutraal was. Hiermee wordt een bruggetje gemaakt naar het tweede deel van deze les.
Aardappeloproer
1917
Enkele Amsterdamse vrouwen zagen dat er een schip vol aardappelen in een van de grachten lag. Ze gingen erop af en plunderden het schip: hun schorten vol aardappelen. De dag erna waren er meer plunderaars. Pas nadat zes mensen door het leger werden doodgeschoten, keerde de rust terug
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Nederland heeft gehad.
Slide 12 - Slide
De leerlingen gaan nu aan de slag met het onderdeel 'Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog'.
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal.
Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Maak met de paardensprong een woord van acht letters. Leg het woord daarna uit.
A
N
U
L
R
E
A
T
Slide 13 - Drag question
Deze sleepvraag is optioneel. De leerlingen zoeken een woord aan de hand van de paardensprong van het schaakspel.
Het woord dat wordt gevormd is: neutraal. Wederom een bruggetje naar de volgende informatieve slide.
Neutraal
Nederland was tijdens de Eerste Wereldoorlog, neutraal. Dat betekent dat je geen partij kiest. Voor een handelsland als Nederland was dat lastig: je handelde immers met beide partijen.
Slide 14 - Slide
Neutraal is meer dan niet meevechten in een oorlog. Het betekent ook dat je in geen enkele situatie partij kiest. Voor Nederland als handelsland was dat lastig.
Tevens was er ook in Nederland een discussie gaande welke kant wij zouden moeten kiezen. Zo neigde het koningshuis en veel officieren meer naar Duitsland, terwijl de regering meer sympathie had voor de Geallieerden.
Hoewel Nederland neutraal was, mobiliseerde het leger toch. Ook België had zich immers neutraal verklaard, maar was toch aangevallen!
Mobilisatie
Hoewel Nederland neutraal was, mobiliseerde het leger toch. Ook België had zich immers neutraal verklaard, maar was toch aangevallen!
Slide 15 - Slide
Belangrijk is om het begrip mobilisatie even uit te (laten) leggen.
Belgische vluchtelingen
Nederland nam rond de 1 miljoen vluchtelingen uit België op. Deze Belgen waren op de vlucht voor de oorlog. Belgische soldaten werden, net als soldaten uit andere landen, ontwapend en gevangen gezet
Slide 16 - Slide
De meeste leerlingen zullen wel bekend zijn met het gegeven 'vluchtelingen'. Wat wellicht opvalt zijn de aantallen. Waar in 2019 ongeveer 22.000 vluchtelingen naar Nederland kwamen, waren dit gedurende de Eerste Wereldoorlog ongeveer 1 miljoen! Ook toen vanwege het oorlogsgeweld: het front lag voor een groot deel in België.
Slide 17 - Video
Dit is een video met authentiek beeldmateriaal van Belgische vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog.
00:04-05:04
Belgische vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog
Slide 18 - Slide
Deze slide is onderdeel van de video.
De Dodendraad
De Dodendraad was door de Duitsers aangelegd tussen België en Nederland.
Zo wilden ze voorkomen dat geallieerde soldaten, Duitse deserteurs, spionnen of oorlogsvrijwilligers naar, van óf door België konden reizen Op de draad stond 2000 volt. Vermoedelijk zijn rond de 1000 mensen om het leven gekomen.
Slide 19 - Slide
De Dodendraad was door de Duitsers aangelegd tussen België en Nederland.
Zo wilden ze voorkomen dat geallieerde soldaten, Duitse deserteurs, spionnen of oorlogsvrijwilligers naar, van óf door België konden reizen Op de draad stond 2000 volt. Vermoedelijk zijn rond de 1000 mensen om het leven gekomen.
Voor veel mensen was elektriciteit nog een grote onbekende en hadden daarom ook geen besef wat het met je kon doen.
Goed om te weten: de dodendraad was niet bedoeld om burgervluchtelingen tegen de houden.
Contact met de Dodendraad, waarop 2000 volt stond, betekende dood door elektrocutie. Daarom bedachten smokkelaars allerlei manieren om de draden niet aan te raken. Hier zie je een passeursraam.
Slide 20 - Slide
Dit zijn foto's van de replica van De Dodendraad uit het Nederlands Openluchtmuseum. Via de hotspot met het vraagteken zien de leerlingen een passeursraam. Dit was een houten constructie die kon worden opengeklapt en vervolgens tussen de draden werd geplaatst. Hiermee konden met name smokkelaars veilig tussen België en Nederland smokkelen.
Ga eventueel in op het 'waarom' van smokkelen in oorlogstijd: schaarste.
Economie
Oorlog is slecht voor de handel: er ontstaat ook in Nederland schaarste. Ook Nederlandse schepen zijn slachtoffer van de Onbeperkte Duikbotenoorlog, maar soms ook van oorlogshandelingen van de Geallieerden.
Slide 21 - Slide
Oorlog is slecht voor de handel: er ontstaat ook in Nederland schaarste. Ook Nederlandse schepen zijn slachtoffer van de Onbeperkte Duikbotenoorlog, maar soms ook van oorlogshandelingen van de Geallieerden.
Met de Onbeperkte Duikbotenoorlog wilden de Duitsers voorkomen dat wapens werden geleverd (via schepen) aan de Geallieerde landen.
Om te duikbootaanvallen te voorkomen werd op Nederlandse schepen de Nederlandse vlag geschilderd.
Slide 22 - Slide
Drie afbeeldingen die ingaan op de gevolgen van de Duitse onbeperkte Duikbotenoorlog.
Met name de eerste afbeelding, waarin te zien is hoe Nederlandse schepen werden beschilderd met een grote Nederlandse vlag, levert in de klas een leuk gesprek op: zou dit écht veilig zijn?
Het Aardappeloproer
In 1917 zagen enkele Amsterdamse vrouwen dat er een schip vol aardappelen in een van de grachten lag. Ze gingen erop af en plunderden het schip: hun schorten vol aardappelen. De dag erna waren er meer plunderaars. Pas nadat zes mensen door het leger werden doodgeschoten, keerde de rust terug
Slide 23 - Slide
Ook in Nederland ontstond er tekorten door de oorlog in de landen om ons heen. Met name in de grote steden ontstonden er voedseltekorten, waardoor sommige levensmiddelen op de bon gingen.
Het Aardappeloproer is dan ook niets anders dan een 'rooftocht' uit pure noodzaak.
In 1917 zagen enkele Amsterdamse vrouwen dat er een schip vol aardappelen in een van de grachten lag. Ze gingen erop af en plunderden het schip: hun schorten vol aardappelen. De dag erna waren er meer plunderaars. Pas nadat zes mensen door het leger werden doodgeschoten, keerde de rust terug.
Begrippen uit deze les
Onbeperkte Duikbotenoorlog
mobilisatie
neutraal
Dodendraad
deserteurs
Aardappeloproer
Slide 24 - Slide
Op deze slide staan de belangrijkste begrippen uit deze les.
Jaartallen uit deze les
1914: Mobilisatie
1915/1917: Onbeperkte Duikbotenoorlog
1917: Aardappeloproer
Slide 25 - Slide
In deze slide staan de belangrijkste jaartallen uit deze les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 26 - Open question
Met een exit ticket geef je leerlingen de mogelijkheid om te reflecteren op de les, zowel op de inhoud als hun eigen rol en/of de opgedane kennis. De les krijgt hiermee meer een cyclisch karakter, waar wordt teruggekomen op het leerdoel. Maar door het exit ticket heb je ook meteen weer input voor het startpunt van de volgende les.
Het eerste deel van dit exit ticket bestaat uit: Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Stel 1 vraag over iets dat nog niet hebt begrepen
Slide 27 - Open question
Met een exit ticket geef je leerlingen de mogelijkheid om te reflecteren op de les, zowel op de inhoud als hun eigen rol en/of de opgedane kennis. De les krijgt hiermee meer een cyclisch karakter, waar wordt teruggekomen op het leerdoel. Maar door een exit ticket heb je ook gelijk weer input voor het startpunt van de volgende les.
Het tweede deel van dit exit ticket bestaat uit: Stel 1 vraag over iets dat je nog niet hebt begrepen.