This lesson contains 8 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Introduction
Met deze activiteit maken leerlingen zelf muziek met behulp van een grafische notatie en vier slagwerkinstrumenten en een grafische notatie.
Instructions
Aan het eind van de les kunnen de leerlingen:
een grafische notatie lezen.
een ritme uitvoeren met behulp van een grafische notatie.
actief luisteren naar (live) muziek uit een breed muziek(-theater) repertoire, aansluitend bij zijn belevingswereld.
verschillen in klank en de vormaspecten herhaling en contrast in een breed repertoire van muziek herkennen en benoemen.
in de maat eenvoudige ritmische (begeleidings-) patronen uitvoeren.
adequaat reageren op eenvoudige (lied)leidingsgebaren voor maat/puls.
in groepsverband picturaal en eenvoudig grafisch genoteerde composities uitvoeren.
feedback geven op het werk(proces) van zichzelf en anderen.
bij het musiceren in groepsverband met aandacht samenspelen.
Items in this lesson
De Notenkraker
Tip!
Tip! Klik op het notitie-icoontje rechtsonder elke slide voor een korte lesuitleg.
Les 2
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Alle muziek heeft ritme. Sommige ritmes zijn makkelijker te voelen dan andere. Maar alle ritmes zijn terug te brengen tot hun essentie: de lengte van de verschillende noten. Je kunt het beste leren wat een ritme is door het te ervaren!
Slide 2 - Slide
Toelichting slide 2
Klap of tik eenvoudige ritmes voor en laat de kinderen dat nadoen.
Hoe snel loop je op deze muziek?
De muziek die je net gehoord hebt, is mars muziek.
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Waaraan doet deze muziek je denken?
Slide 4 - Mind map
This item has no instructions
Welke instrumenten hoor je?
Slide 5 - Open question
This item has no instructions
We gaan ritmes klappen! De leerkracht klapt het ritme voor, en daarna mogen jullie!
A
B
C
Slide 6 - Slide
Toelichting slide 6
Klap ritme A voor; de klas herhaalt het ritme tot dat iedereen ritme A kan klappen. Laat de tekst meezeggen ter ondersteuning van het ritme.
Doe vervolgens ritme B voor: klap, stamp, stamp, stamp (klap op de 1e tel, stamp met je voet op 2, 3 en 4e tel) en de klas klapt en stampt het na.
Klap ritme C voor; de klas herhaalt het ritme (U kunt ook het ritme met twee handen op tafel laten tikken).
Wanneer de leerlingen alle drie de ritmes goed kunnen uitvoeren, probeer ze dan eens alle drie achter elkaar, zonder pauze. Het ene ritme vloeit zo door in het volgende.
Om het iets moeilijker te maken kan je de volgorde eens veranderen. Wijs steeds het volgende ritme aan dat uitgevoerd moet worden. Zorg ervoor dat er geen pauzes vallen, dan ontstaat er een mooie ritmeketting.
1
2
3
Slide 7 - Slide
Toelichting slide 7
Verdeel de klas in drie groepen, wijs iedere groep één van de drie ritmes uit de vorige opdracht toe. Start nu nogmaals de muziek (dia 6). Als de kinderen van groep 1 en 3 hun eigen ritme horen, steken ze de vinger op. Als er iets anders klinkt, steekt groep 2 hun vinger op.
Nu mag elke groep met z’n eigen ritme meespelen met de muziek: groep 1 klapt het ritme, groep 3 speelt het ritme op de dijen/op tafel. Groep 2 reageert als ritme 1 en 3 er niet is en klapt en stampt de maat met de voeten op de grond. Andere vormen van slagwerk zijn natuurlijk ook mogelijk.
Afsluiting
1
Vond je het leuk? Zo ja, wat?
2
Zie je het zitten om zelf een keer ritmes te maken?
3
Wat vond je moeilijk? Hoe zou je elkaar hierbij kunnen helpen?