Quadraam
Ruimte voor talent

P4 - herhaling na de meivakantie

Bienvenidos
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenidos

Slide 1 - Slide

¿Qué tal las vacaciones?
¡Fenomenales!
Bastante buenas
Ni fu ni fa
Aburridas
Horribles

Slide 2 - Poll

Programa de hoy 
1. Objetivos
2¿Que recuerdas?
3. Repaso 
4. Het uitspreken van jaartallen
5. ¡Manos a la obra!
6. Blooket 

Slide 3 - Slide

Objetivos 
Al final de esta clase... 

- Sabes cómo pronunciar los años en Español. 
- Has repasado todo el contenido que hicimos antes de las vacaciones. 

Slide 4 - Slide

¿Qué recuerdas?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

¿Qué hora es?
A
es la dos y treinta
B
son las dos y treinta
C
es la dos y media
D
son las dos y media

Slide 7 - Quiz

¿Qué hora es?
Son las siete y media
Son las nueve (en punto)
Es la una (en punto)
Son las seis menos cuarto
Son las cuatro y media
Son las siete menos cuarto

Slide 8 - Drag question

 La rutina diaria

Slide 9 - Slide

Ik ga om 9 uur naar bed.
En jij, om hoe laat ga je naar bed?
Ik trek een trui aan. 
Ik douch (me) om 7:30 uur in de ochtend. 
Ik sta om 7 uur op.
Ik ontbijt om 8 uur 's ochtends. 
Ik ga naar school van 9 uur 's ochtends tot 3 uur 's middags. 
1. Me levanto a las 7 de la mañana.
2. Me ducho a las 7:30 de la mañana.
3. Me pongo un jersey.
4. Desayuno a las 8 de la mañana.
5. Voy al colegio de 9 de la mañana a 3 de la tarde.
6. Me acuesto a las 9 de la noche.
7. ¿Y tú, a qué hora te acuestas?

Slide 10 - Drag question

Geef in een hele zin antwoord op de vraag.
¿A qué hora te levantas?

Slide 11 - Open question

Geef in een hele zin antwoord op de vraag.
¿A qué hora te acuestas?

Slide 12 - Open question

Zet de maanden van het jaar in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
septiembre
agosto
mayo
diciembre
abril
marzo
enero
noviembre
junio
octubre
febrero
julio

Slide 13 - Drag question

¿Cuándo es tu cumpleaños?
¿En qué estación es tu cumpleaños?
¿En qué mes es tu cumpleaños?
Mi cumpleaños es en verano
Mi cumpleaños es en enero
Mi cumpleaños es el 6 de enero.

Slide 14 - Drag question

Geef antwoord op de vraag:
¿Cuándo es tu cumpleaños?

Slide 15 - Open question

Decir los años en Español 
De structuur van een jaartal gaat alsvolgt:

Dos mil (2000) + specifieke jaar. Nu is het 2024 dus zeg je: dos mil veinticuatro.

¿En qué año naciste? 

Slide 16 - Slide

¡Manos a la obra!
1. Je gaat zelfstandig werken aan het leerdoel ''ik kan zeggen waar en wanneer ik ben geboren'' voor je presentatie. 

2. Klaar? Werk verder aan je presentatie. Behoefte aan feedback? Vraag een klasgenoot of vraag het aan mij!

Slide 17 - Slide

Ik heb het gevoel dat ik het klokkijken begrijp.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Ik heb het gevoel dat ik, met behulp van de reader, mijn dagelijkse routine kan beschrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Ik ken de maanden van het jaar in het Spaans.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll