Les 2.17 Quiz gesprekken voeren

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands Beveiliging les 2.17

Programma

• Quiz over gesprekken voeren/ examen 
• Oefenen met spelling en grammatica in Taalblokken, onderdeel 'samenstellingen' 

Doelen

• Je toetst je kennis over gesprekken.
• Je weet of je woorden los of aan elkaar moet schrijven. Je weet ook hoe je dat moet doen.

Wat is het doel van doorvragen?

1. Iemand aan de praat houden.
2. Meer informatie krijgen.
3. De ander onderbreken.

Wat is 'actief luisteren'?

1. Rechtop zitten tijdens het luisteren.
2. Eerst goed luisteren en dan advies geven.
3. Luisteren zonder iets terug te zeggen.
4. Geconcentreerd luisteren en checken of je de ander goed begrijpt.

Hoe noem je verstoring van de communicatie?

1. Algemene en particuliere ruis
2. Binnen- en buitenruis
3. Individuele ruis en groepsruis
4. Interne en externe ruis

Wat is een voorbeeld van interne ruis?

1. Het wegvallen van de telefoonverbinding
2. Emoties en afleidende gedachten
3. Omgevingsgeluiden
4. Slechte wifi

Wat is een zakelijk gesprek?

1. Een gesprek over geld
2. Een gesprek met collega's, klanten, of mensen van andere bedrijven.
3. Een gesprek tussen mensen die een conflict hebben
4. Een telefoongesprek

Wat is niet juist bij het geven van feedback?

1. Ik-boodschappen geven
2. Iets positiefs benoemen
3. Benoemen wat je van de ander verwacht
4. De persoon van de ander erbij betrekken

Wat voor gesprek voer je, als je als beveiliger iemand aanspreekt, omdat hij zich niet aan de regels houdt?

1. Een adviesgesprek
2. Een corrigerend gesprek
3. Een conflictgesprek
4. Een klachtgesprek

Poll: wanneer spreek jij in je werk als beveiliger iemand aan?

Bij elke overtreding van de regels

Alleen over regels waar ik het zelf mee eens ben.

Alleen over regels die ik belangrijk vind.

Wat wordt beoordeeld tijdens je examen Gesprekken voeren?

1. De inhoud
2. Je gespreksvaardigheid
3. Beide

Wat wordt beoordeeld tijdens je examen Gesprekken voeren?

1. Afstemming op doel
2. Woordenschat
3. Verstaanbaarheid
4. Alle drie deze punten

Welk van de punten hieronder telt zwaarder mee voor je cijfer dan de andere drie?

1. Een goede zinsbouw
2. Vloeiend spreken
3. Afstemming op je gesprekspartner
4. Een juist gebruik van de werkwoordsvormen

00:00

Wat is de grootste fout van deze sollicitant?

• Kijk naar de video
• Daarna kun je de vraag beantwoorden.

01:40

Wat is de grootste fout van de sollicitant?

1. Hij twijfelt over zijn antwoorden.
2. Hij komt zenuwachtig over.
3. Hij heeft het gesprek niet goed voorbereid.
4. Hij spreekt de naam van de ander verkeerd uit.

01:41

Wat voor gesprek is dit?

1. Een klachtgesprek
2. Een adviesgesprek
3. Een slechtnieuwsgesprek
4. Een corrigerend gesprek

01:41

Welke fout maakt de leidinggevende?

1. Ze is te aardig.
2. Ze vertelt niet meteen het slechte nieuws.
3. Ze luistert niet naar de ander.

Succes met je examen!

En: een goede voorbereiding is het belangrijkste werk!

De rest van de les:

Aan elkaar schrijven of los?

Nog één vraag om de theorie van de vorige les op te frisssen

Gewoon vastplakken

Met een n ertussen

Met een streepje

vanille  ijs

school directeur

kat  voer

Aan elkaar:

schooldirecteur

vanille-ijs

kattenvoer

Nu: Taalblokken

• Spelling en grammatica (naar beneden, scrollen naar spelling)
• Onderdeel 'samenstellingen'
• Vergeet niet te 'plakken'