Quadraam

Ruimte voor talent

H4.3 Hoe werkt de arbeidsmarkt? deel 1

Welkom bij het vak

Economie

Pak je boek en spullen voor je,

mobieltjes in de telefoonzak, jassen uit en tassen van tafel

1 / 11

Slide 1: Slide

EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij het vak

Economie

Pak je boek en spullen voor je,

mobieltjes in de telefoonzak, jassen uit en tassen van tafel

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Aan het einde van de les :

Hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit.

Welke veranderingen er kunnen zijn op de arbeidsmarkt.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Arbeidsmarkt

Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan. Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.

Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid.

Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid.

Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.

Bedrijven & overheid zijn op zoek naar peroneel. Zij vragen arbeid.

Slide 4 - Slide

Beroepsbevolking

Alle mensen tussen 15 en 67 jaar die willen & kunnen werken.

Slide 5 - Slide

Verandering arbeidsmarkt

Robotisering:

Robots nemen van deel het werk over van werknemers, maar er ontstaan ook nieuwe banen!

Slide 6 - Slide

Aan de slag!

Kader:

Maken: Kader: Opdr. 26, 27, 28

(Blz. 114)

rood = Iedereen is stil

oranje = Je mag de docent een vraag stellen

groen = Je mag met elkaar fluisterend

overleggen

timer

5:00

Slide 7 - Slide

fte (fulltime-equivalent)

Deeltijd

Voltijd

Minder dan 36 uur

36 uur

Je berekent de FTE door het aantal beschikbare uren te delen door het totaal aantal uren.
bijvoorbeeld :
26 / 36 = 0.72 FTE

Slide 8 - Slide

Productiesectoren

Primaire

Landbouw, mijnbouw en visserij.

Secundaire

Industrie & bouw

Tertiaire

Commerciële dienstverlening (bijv. kapper, marktkoopman, winkels en horeca)

Winst als doelstelling

Quartaire

Niet-commerciële instellingen (bijv. leraar, politieman, arts en brandweer)

Hoeft geen winst te maken

Slide 9 - Slide