Toets Werk KGT DT4 2324

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Lees het artikel en beantwoord de vragen:
a. De leraren doen mee aan een staking. Waarom staken ze?
b. Leraren staken niet vaak. Waarom denk je dat ze dat niet gemakkelijk doen?
c. Als je niet naar je werk gaat, hoeft je werkgever je niet te betalen. Waarom gaan werknemers dan soms toch staken?

Lees het krantenartikel en beantwoord de vragen:
a. Is de stewardess op staande voet ontslagen? Leg je antwoord uit.
b. Bij gewoon ontslag is er een opzegtermijn.
Leg uit wat een opzegtermijn is.
c. Geldt de opzegtermijn ook voor een werknemer?
d. Ilse voelt zich gediscrimineerd. Noem een reden waarom werkgevers vaker vrouwen discrimineren.
e. Ook andere groepen hebben bij werk wel eens te maken met discriminatie. Noem twee groepen.

Zoek de juiste omschrijving bij de begrippen

a. Zet de juiste antwoorden neer: De FNV is een grote vakbond. Een vakbond let goed op de BELANGEN / VERPLICHTINGEN van de WERKGEVERS / WERKNEMERS.
b. Je hebt een conflict met je baas. Noem twee dingen die een vakbond dan voor je kan doen.
c. Soms besluit een vakbond tot een staking.Leg uit wat een staking is.
d. Iedereen die werkt is automatisch lid van een vakbond.
Deze uitspraak klopt WEL / NIET, want …

Kinderbijslag is een uitkering voor iedereen.
Wie betaalt de kinderbijslag aan de ouders?

Leg uit waarom Nederland een verzorgingsstaat is.

Noem twee maatregelen die de overheid heeft genomen om ervoor te zorgen dat meer vrouwen kunnen gaan werken.

Een vorm van discriminatie bij werk is leeftijdsdiscriminatie.
Leg uit hoe leeftijdsdiscriminatie plaatsvindt.

Zet het juiste woord neer en vul de zin aan.
Een TIMMERMAN staat HOGER / LAGER op de maatschappelijke ladder dan een
architect, omdat …

Soms kan een baas je vragen zwart te werken.
a. Waarom wil een baas soms dat je zwart werkt?
b. Noem drie redenen waarom het niet verstandig is om zwart werk te doen.

In welke situatie is er geen sprake van werk?

1. John bestelt een pizza
2. De telefoniste van de pizzeria neemt de bestelling van John op
3. De pizzabakker bakt de pizza
4. Een bezorger brengt de pizza naar Johns huis

Wie werkt?
1. Jan kweekt kanaries. Hij zit elke dag minstens twee uur in z’n volière. Als de vogeltjes volwassen zijn, verkoopt hij ze op Marktplaats.
2. Davy droomt ervan profvoetballer te worden. Nu speelt hij in de A-junioren van de voetbalclub DEV in Doorn.
3. Elke zaterdag gaat José naar het dierenasiel. Ze haalt daar een paar honden op en gaat uren met ze lopen. Als José terugkomt wordt ze door Bram, de beheerder, altijd getrakteerd op een broodje kroket.

1. Jan, José en Bram werken; Davy werkt niet.
2. Jan en Bram werken; Davy en José werken niet.
3. José, Davy en Bram werken; Jan werkt niet.
4. Jan werkt; José, Bram en Davy werken niet.

Er zijn verschillende redenen om te werken. Die hebben te maken met de basisbehoeften.
Welke volgorde van laag naar hoog in basisbehoeften is volgens Maslow juist?

1. Eerste levensbehoeften - de behoefte om erbij te horen - erkenning en waardering.
2. Veiligheid en zekerheid - erkenning en waardering - eerste levensbehoeften.
3. Erkenning en waardering - zelfontwikkeling - de behoefte om erbij te horen.
4. Eerste levensbehoeften - erkenning en waardering - veiligheid en zekerheid

Welke zinnen zijn juist?
1. Een ander woord voor status is aanzien.
2. Status is de waardering die mensen voor een beroep hebben.
3. Status is het plezier dat je in je werk hebt.
4. Status hoort bij de behoefte aan veiligheid en zekerheid.

1. 1 en 2 zijn juist.
2. 1 en 3 zijn juist.
3. 2 en 3 zijn juist.
4. 3 en 4 zijn juist.

In Nederland moeten werkplekken gezond en veilig zijn.
In de …………… staat precies hoe werkgevers moeten zorgen voor gezonde werkplekken.
Welk woord is weggelaten?

1. Werkloosheidswet
2. Grondwet
3. Gezondheidswet
4. Arbowet

Welke uitspraak over het minimumloon is juist? Het minimumloon is:

1. het laagste loon in een bedrijf.
2. het loon dat je minimaal moet ontvangen als je werkt.
3. .het loon na belastingen en premies
4. een ander woord voor de bijstand.

Welk woord is weggelaten?
In Nederland probeert de regering ervoor te zorgen dat er steeds ………… bijkomen.

1. Banen
2. Werknemers
3. basisbehoeften
4. werklozen

Een vacature is een:

1. netwerk van vrienden en kennissen
2. open sollicitatie.
3. baan waarop je kunt solliciteren
4. curriculum vitae (cv).

Wat staat er onder andere in een arbeidsovereenkomst?

1. Het brutoloon en je functie.
2. De loonbelasting en de sociale premies.
3. De straffen op zwartwerken
4. De werktijden en de sollicitatiebrief

………………… betaal je geen loonbelasting en sociale premies.
Welke woorden zijn weggelaten?

1. Als je wit werkt.
2. Als je zwart werkt.
3. In de proeftijd.
4. Bij een uitzendbureau.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Voorbeelden van bedrijfstakken zijn het transport en de horeca.
2. In een cao staan ook afspraken over het aantal vakantiedagen.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Iedereen in de samenleving heeft een maatschappelijke positie.
2. Voor veel mensen geldt: als ze hun best doen, kunnen ze klimmen op de maatschappelijke ladder.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Prinses Amalia heeft haar maatschappelijke positie te danken aan haar:

1. macht
2. kennis
3. afkomst
4. talent

Bij sociale ongelijkheid:

1. gedraagt de ene persoon zich sociaal en de andere niet
2. neemt de sociale mobiliteit toe.
3. hebben sommige mensen het financieel beter dan anderen
4. zijn talent en kennis belangrijker dan macht en geld.

Het begrip ‘maatschappelijke ladder’ heeft het meest te maken met:

1. sociale mobiliteit.
2. sociale gelijkheid.
3. sociale problemen.
4. sociale contacten

Welke zinnen over discriminatie zijn juist?
1. Een jonge werkneemster krijgt ontslag omdat ze meer vrije dagen wil. Dat is een voorbeeld van leeftijdsdiscriminatie.
2. Iemand denkt dat hij een baan niet krijgt omdat hij allochtoon is. Hij kan tegen die werkgever een rechtszaak beginnen.
3. Vooral de groep van 20 tot 50 jaar heeft last van leeftijdsdiscriminatie.
4. Discriminatie is verboden en strafbaar.

1. 1 en 3 zijn juist.
2. 1 en 4 zijn juist
3. 2 en 3 zijn juist.
4. 2 en 4 zijn juist

Welke reden voor ontslag is niet terecht? Je wordt ontslagen:

1. omdat je bij een ander bedrijf solliciteert.
2. omdat je werk door een robot wordt overgenomen.
3. terwijl je nog in je proeftijd zit.
4. vanwege tegenvallende resultaten van het bedrijf.

In een vacature staat de tekst: “Bij gelijke capaciteiten wordt de voorkeur gegeven aan een vrouw.”
Waarvan is dit een voorbeeld?
A. Sociale ongelijkheid.
B. Open sollicitatie.
C. Arbeidscontract.
D. Positieve discriminatie.

1. Sociale ongelijkheid.
2. Open sollicitatie
3. Arbeidscontract.
4. Positieve discriminatie.

Welke uitkering krijgt een werknemer met een vaste baan als hij werkloos wordt?

1. Een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
2. AOW.
3. bijstand
4. Een WW-uitkering.

Jan is timmerman. Hij zaagt per ongeluk in zijn hand. Gelukkig krijgt Jan ………., want hij kan een paar weken niet werken.
Welk woord is weggelaten?

1. ziektegeld.
2. WW
3. arbeidsongeschiktheidsuitkering.
4. AOW

Wat is een verzorgingsstaat?

1. Een land waar genoeg ziekenhuizen beschikbaar zijn voor de burgers.
2. Alle maatregelen die ervoor zorgen dat burgers hun basisbehoeften kunnen vervullen.
3. Het overzicht van de kosten van alle uitkeringen voor werkenden en niet-werkenden.
4. Een land waar de overheid de burgers helpt als dat nodig is.

Nederland is een verzorgingsstaat. Dat zie je bijvoorbeeld aan:

1. de kloof tussen arm en rijk.
2. de lage belastingen
3. dat ouderen AOW krijgen.
4. de grote sociale ongelijkheid.

Welke uitspraak is juist?
1. Discriminatie op de werkvloer is verboden en strafbaar, dus ook positieve discriminatie.
2. In sommige gevallen mogen bedrijven vrouwen, allochtonen of ouderen voorrang geven bij het aannemen van personeel.

1. Uitspraak 1 is juist, uitspraak 2 is onjuist
2. Uitspraak 1 is onjuist, uitspraak 2 is juist.
3. Beide uitspraken zijn juist.
4. Beide uitspraken zijn onjuist.