Quadraam
Ruimte voor talent

§3.2 Brand blussen

H3 Verbrandingen
§3.1 Verbrandingsreacties
§3.2 Brand blussen
§3.3 Rekenen aan verbrandingsreacties
§3.4 Volledige en onvolledige verbrandingen
§3.5 Brandstoffen en milieuvervuiling
§3.6 Reactiesnelheid
1 / 9
next
Slide 1: Slide
nask2Middelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsvmbo g, tLeerroute VGLeerroute VTLeerjaar 4

This lesson contains 9 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H3 Verbrandingen
§3.1 Verbrandingsreacties
§3.2 Brand blussen
§3.3 Rekenen aan verbrandingsreacties
§3.4 Volledige en onvolledige verbrandingen
§3.5 Brandstoffen en milieuvervuiling
§3.6 Reactiesnelheid

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Na deze les weet je wat een explosie is.
  • Je kent een paar manieren om een brand te blussen. 
  • Je weet bij een blusmanier welk voorwaarde er wordt weggehaald.
  • Je (her)kent de pictogrammen voor explosief en licht ontvlambaar.

Slide 2 - Slide

Maken
  • Probeer op zijn minst de volgende opdrachten goed te maken: 26, 27, 28, 29
  • Vind je het onderwerp lastig, maak dan meer opdrachten.
  • Kijk deze opdrachten na.
  • Bepaal welke opdrachten je besproken wilt hebben?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Brand en explosie
  • Brand = ongecontroleerde verbrandingsreactie
  • Explosie = een zeer snelle en hevige verbrandingsreactie (vaak gevolgd door brand)
Brand blussen
  • Afkoelen tot onder ontbrandingstemperatuur
  • Brandstof weghalen
  • Aanvoer zuurstof afsluiten

Slide 5 - Slide

Wat betekenen de onderstaande pictogrammen?
Explosief
Explosieve, zelfontledende stoffen en organische peroxiden die bij verhitting kunnen ontploffen.
Oxiderend
Oxiderende gassen, vaste stoffen en vloeistoffen die brand en ontploffing kunnen veroorzaken of intensiveren.
Giftig
Chemische stoffen met dit etiket zijn acuut giftig bij contact met de huid. Inademen of inslikken kan dodelijk zijn.
Licht ontvlambaar
Brandbare gassen, aerosolen, vloeistoffen en vaste stoffen. 

Slide 6 - Drag question

Waarom blijven fopkaarsen branden als je ze uitblaast?
A
Het lont koelt onvoldoende af.
B
Er blijft zuurstof beschikbaar.
C
Het stofje magnesium gaat door de tempe-ratuur weer branden.
D
Het kaarsje wordt veel heter dan een normale kaars.

Slide 7 - Quiz

Waarom mag je de
frituurpan
niet met water blussen?
A
Een vloeistof kun je niet met een andere vloeistof blussen.
B
Het vuur en de hete olie brengen het water aan de kook.
C
Je kunt de olie niet afkoelen tot onder de ontbrandingstemp.

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen check
  • Wat is een explosie?
  • Noem eens een paar manieren op om een brand te blussen?
  • Welk voorwaarde wordt er bij elke manier weggehaald?
  • Hoe zien de pictogrammen voor explosief en licht ontvlambaar eruit?

Slide 9 - Slide