This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom!
Economie, maandag 15 maart 2021
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Een andere naam voor de rijksoverheid is..
A
overheid
B
lagere overheid
C
centrale overheid
Slide 3 - Quiz
Ambtenaren zijn....
A
de overheid
B
personen die werken voor de overheid
C
de personen waarvoor de overheid werkt
D
de Rijksoverheid
Slide 4 - Quiz
De overheid van Nederland bestaat uit...
A
Het Rijk
B
Provinciale overheid
C
Gemeentelijke overheid
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 5 - Quiz
Gemeente
Provincie
Het Rijk
Slide 6 - Drag question
een subsidie betekent:
A
de burger moet geld betalen aan de overheid
B
de burger ontvangt geld van de overheid
Slide 7 - Quiz
Welke voorbeelden horen niet bij de niet-belastingontvangsten?
A
Winst uit overheidsbedrijven
B
Boetes
C
BTW
D
Opbrengst aardgas
Slide 8 - Quiz
Collectieve sector
Particuliere sector
ABN Amro bank
Ziekenhuis
School voortgezet onderwijs
Stadspark
Supermarkt
Slide 9 - Drag question
Rekenen met grote getallen
1 miljard euro = 1.000.000.000 (9 nullen)
1 miljoen euro = 1.000.000 (6 nullen)
Slide 10 - Slide
Als de overheid meer inkomsten verwacht dan uitgaven, dan is er sprake van een ...
A
Begrotingstekort
B
Begrotingsoverschot
Slide 11 - Quiz
Uit de oefentoets: op de begroting stond voor Veiligheid EUR 10,5 miljard. In werkelijkheid werd dat EUR 700 miljoen meer. Hoeveel heeft de overheid in werkelijkheid uitgegeven aan Veiligheid?