This lesson contains 67 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe
Slide 1 - Slide
Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe
Slide 2 - Slide
Wat weet jij al over de bloedsomloop?
Slide 3 - Mind map
Rode bloedcel
Witte bloedcel
Bloedplaatje
Slide 4 - Slide
Samenstelling van het bloed
plasma-eiwitten 7%
water 91 %
opgeloste stoffen 2 %
Plasma = 55 % & vaste bestanddelen 45 %
Slide 5 - Slide
Samenstelling van het bloed
plasma-eiwitten 7%
water 91 %
opgeloste stoffen 2 %
bloedplaatjes
witte bloedcellen
rode bloedcellen
Plasma = 55 % & vaste bestanddelen 45 %
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Eiwitten (plasma-eiwitten)
Zuurstof
Afvalstoffen: bv. koolstofdioxide.
Voedingsstoffen: bv. glucose, mineralen, vitamines & de verteringsproducten van koolhydraten, eiwitten en vetten.
Regelende stoffen: bv. hormonen en enzymen.
Beschermende stoffen: bv. antistoffen.
Evt. geneesmiddelen.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Kleine ronde schijfjes met een deuk in het midden.
Hebben GEEN celkern, leven ± 4 mnd.
Worden gemaakt uit stamcellen in het rode beenmerg, dit zit in de koppen van de pijp- en in platte beenderen.
Vervoeren zuurstof dankzij de rode kleurstof hemoglobine, wat ijzer bevat.
Afbraak rode bloedcellen in het rode beenmerg, milt en lever. (IJzer wordt opnieuw gebruikt.)
Per mm3 bloed gemiddeld 5.000.000 rode bloedcellen.
Rode bloedcellen
Slide 10 - Slide
Dode witte bloedcellen + dode bacteriën pus = etter.
Sommige kunnen antistoffen maken, deze ontwikkelen zich daarna verder in de lymfeknopen.
Leukemie: een afwijking op waar de witte bloedcellen gemaakt worden; er worden dan te weinig rode bloedcellen en bloedplaatjes gemaakt en te veel witte bloedcellen, maar die werken niet goed.
Per mm3 bloed gemiddeld 7.000 witte bloedcellen.
Worden gemaakt uit stamcellen in het rode beenmerg.
Hebben GEEN vaste vorm & kunnen door kleine openingen heen.
Kunnen bv. bacteriën insluiten en zo onschadelijk maken.
Witte bloedcel
Slide 11 - Slide
Zijn stukjes van andere cellen die kapot zijn.
Hebben GEEN celkern.
Zorgen voor de bloedstolling.
Bevatten een kleverig stofje dat vrij komt als er een wondje is.
Zorgt ervoor dat fibrine gemaakt wordt, hierdoor wordt een vangnet gemaakt voor de bloedcellen.
Bloederziekte = hemofilie: het bloed stolt niet goed.
Trombose = als een bloedprop zich hecht aan de wand van een bloedvat waardoor het bloedvat afgesloten wordt.
Bloedplaatjes
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe
Slide 14 - Slide
Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop =
Hart - longen - hart
Grote bloedsomloop =
Hart - hele lichaam - hart
longen
Slide 15 - Slide
De kleine en grote bloedsomloop vervoeren o.a. zuurstof en koolstofdioxide. Welke uitspraak is waar?
A
Kleine bloedsomloop vooral zuurstofrijkbloed
B
Grote bloedsomloop vooral zuurstofarmbloed
C
Kleine & grote bloedsomloop zowel zuurstofrijk als -arm
D
Overal zit evenveel zuurstof in het bloed
Slide 16 - Quiz
Kleine bloedsomloop
= longen
Alleen de longen
Van rechterkamer naar de longen
Van longen naar de linkerboezem
Longslagader
WEINIG zuurstof & VEEL koolstofdioxide
Longader
VEEL zuurstof & WEINIG koolstofdioxide
Slide 17 - Slide
Grote bloedsomloop
= lichaam
Het hele lichaam, behalve de longen
Van linkerkamer naar het lichaam
Van lichaam naar de rechterboezem
Slagaders
VEEL zuurstof & WEINIG koolstofdioxide
Aders
WEINIG zuurstof & VEEL koolstofdioxide
Slide 18 - Slide
De bloedsomloop bestaat uit
Het hart: dit werkt als een pomp.
Slagaderen: deze brengen het bloed vanaf het hart door het gehele lichaam, zij vervoeren zuurstofrijk bloed.
Haarvaten: dit zijn de kleinste bloedvaten, waar de uitwisseling van voedings- en afvalstoffen tussen het bloed en de organen plaatsvindt.
Aderen: deze brengen het bloed weer terug naar het hart. Zij vervoeren zuurstofarm bloed.
De bloedsomloop is gescheiden in
Kleine, die begint vanuit de rechter hartkamer.
Grote, die begint vanuit de linker hartkamer.
Slide 19 - Slide
https:
Slide 20 - Link
Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe
Slide 21 - Slide
Boezems
Ontvangen het bloed
Rechterboezem vanuit het lichaam
Linkerboezem vanuit de longen
Kamers
Pompen het bloed het hart uit
Linkerkamer naar het lichaam
Rechterkamer naar de longen
Linkerkamer heeft een dikkere wand
Linkerkamer is groter
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Kransslagaders
Aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen naar de hartspier.
Aftakking van de aorta.
Kransaders
Afvoer van koolstofdioxide en andere afvalstoffen vanaf de hartspier.
Komt rechtstreeks in de rechterboezem uit.
Slide 24 - Slide
Harttussenwand
Scheiding tussen linker- en rechterhelft.
Hartkleppen
Kleppen tussen boezem en kamer.
Halvemaanvormige kleppen
Kleppen tussen kamer en slagader.
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Aorta
Longslagader
Aortaklep
Linkerkamer
Linkerboezem
Zuurstofrijkbloed
Naar de longen
Van de longen
Rechterboezem
Rechterkamer
Zuurstofarmbloed
Holle ader
Holle ader
Naar de longen
Van de longen
Aorta
Slide 28 - Drag question
Slide 29 - Video
00:40
Wat voeren de kransslagaders aan naar het hart?
Slide 30 - Open question
00:54
Hoe heten de holle ruimtes in het hart?
A
Boezems bovenin & kamers onderin
B
Boezems onderin & kamers bovenin
C
Kamers links & boezems rechts
D
Kamers rechts & boezems links
Slide 31 - Quiz
01:32
Welke ruimte heeft de dikste wand?
A
Rechterboezem
B
Linkerboezem
C
Rechterkamer
D
Linkerkamer
Slide 32 - Quiz
02:07
Wat is de functie van de kleppen in het hart?
Slide 33 - Open question
Hartpauze, bloed stroomt het hart in
vanuit de aders.
De boezems trekken samen,
bloed gaat de kamers in.
De kamers trekken samen,
bloed gaat de slagaders in.
Slide 34 - Drag question
https:
Slide 35 - Link
Harttonen
Elke hartslag twee harttonen
Eerste harttoon =
dichtslaan hartkleppen
Tweede harttoon =
dichtslaan halvemaanvormige kleppen
Slide 36 - Slide
https:
Slide 37 - Link
Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slagaders:
Komen
altijd vanuit het hart
Slagaders bevatten
VEEL zuurstof &
WEINIG koolstofdioxide
Uitzondering = longslagader
Hebben een stevige wand
Aders:
Gaan
altijd naar het hart toe
Aders bevatten WEINIG zuurstof &
VEEL koolstofdioxide
Uitzondering = longader
Hebben kleppen
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
https:
Slide 44 - Link
Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe
Slide 45 - Slide
Hoge bloeddruk
Komt vaker voor
Veroorzaakt meestal geen klachten
Bloedvaten en organen kunnen beschadigen
Lage bloeddruk
Komt weinig voor
Veroorzaakt meestal geen klachten
Soms duizeligheid of vermoeidheid
Slide 46 - Slide
Slagaderverkalking
Vernauwing in de slagaders.
Ontstaan door hoge bloeddruk, stress en roken. Ook erfelijkheid en een ongezonde leefstijl geeft risico.
Beschadigingen worden herstelt met witte bloedcellen. Deze dringen samen met cholesterol de vaatwand in.
Hierdoor komt een verdikking aan de binnenkant van de slagader.
Slide 47 - Slide
Slide 48 - Slide
Slide 49 - Slide
Slide 50 - Slide
Slide 51 - Slide
Slide 52 - Slide
Slide 53 - Slide
Slide 54 - Slide
Slide 55 - Slide
https:
Slide 56 - Link
Thema 6 Transport
Basisstof 1 Bloed
Basisstof 2 De bloedsomloop
Basisstof 3 Het hart
Basisstof 4 De bloedvaten
Basisstof 5 Hart- en vaatziekten
Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe
Slide 57 - Slide
Lymfevatenstelsel
Slide 58 - Slide
Lymfevatenstelsel
Het lymfevatenstelsel is een vertakt systeem waarin vloeistof rond stroomt. Die vloeistof wordt in de haarvaten uit het bloed geperst. Zo kan de vloeibaarheid van het bloed worden geregeld.
De lymfevloeistof komt via een ader weer terug in de bloedbaan.
In de lymfeknopen worden binnengedrongen ziekteverwekkers zoals bacteriën vernietigd.
Slide 59 - Slide
Bloedplasma:
Vocht met zuurstof en voedingsstoffen.
Weefselvloeistof:
Vloeistof tussen de cellen, hier halen de cellen de voedingsstoffen en zuurstof vandaan;
Lymfe:
Vloeistof in de lymfevaten.
Weefsel => weefsel-vloeistof
Haarvat => bloedplasma
Lymfevat => lymfe
Slide 60 - Slide
Weefsel => weefsel-vloeistof
Haarvat => bloedplasma
Lymfevat => lymfe
Haarvat
Afkomstig van slagader
Richting ader
Zuurstof en voedingsstoffen
Koolstofdioxide en afvalstoffen
Weefsel
Weefselvocht
Lymfe
Lymfevat
Wand van lymfevat
Witte bloedcel
Witte bloedcel
Rode bloedcel
Wand van haarvat
Bloedplasma
Slide 61 - Slide
Slide 62 - Slide
Weefselvloeistof
= vocht dat buiten de haarvaten zit.
Lymfe
= vloeistof in de lymfevaten.
= water + opgeloste stoffen + witte bloedcellen + niet opgenomen zuurstof en voedingsstoffen.