imperatif, aller, prendre + voca chapitre 6

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

chapitre 6

Impératif, les verbes aller et prendre, vocabulaire

impératif

Voorstel (laten we...)

nous-vorm van het werkwoord min nous plus uitroepteken

nous parlons  -> parlons!

impératif

Tegen 1 persoon waar je u tegen zegt.

Tegen meerdere personen.

vous-vorm van het werkwoord min vous plus uitroepteken

vous parlez  -> parlez!

impératif

Tegen 1 persoon waar je jij  tegen mag zeggen.

je-vorm van het werkwoord min je plus uitroepteken

je parle -> parle!

Welke tijd is de impératif?

1. Tegenwoordige tijd
2. Toekomende tijd
3. Verleden tijd
4. Gebiedende wijs

Wat zijn de 3 vormen van de impératif van prendre?

1. prends, prennons, prennez
2. prenne, prenons, prenez
3. prends, prenons, prenez

Wat is de juiste impératif van:

Vous me regardez.

1. Regarde-moi
2. Regardez-moi
3. Me regardez
4. Moi-regardez

de volgende werkwoorden hebben een onregelmatige vorm voor de gebiedende wijs:

1. avoir, être
2. aller, être
3. avoir, être, aller
4. avoir, aller, donner

Être: nous-vorm imperatif =

1. sommes
2. soyons
3. êtons

wederkerende werkwoorden in de impératif: het wederkerend vnw. zet je

1. voor de gebiedende wijs
2. na de gebiedende wijs

Se réveiller (jij) =

1. réveille-tu
2. réveille-te
3. réveille-toi

De weg vragen en wijzen:
welke Franse woorden
komen bij je op?

Vertaal naar het Frans:
Pardon, kunt u mij de weg wijzen?

Vertaal naar het Frans:
Hoe kom ik bij de Eiffeltoren?

Vertaal naar het Frans:
Neem de eerste straat links, daarna is het aan uw rechterhand.

Aller: hij is gegaan

1. Il est allé
2. Il a allé
3. il est allée

Neem! (tegen een groep)

1. prends !
2. prenez !
3. prenons !

Jij gaat

1. Tu vais
2. Tu vas
3. Tu va

Ga ! (jij)

1. Vais !
2. Vas !
3. Va !

Zij hebben genomen

1. Ils ont pris
2. Ils ont prises
3. Ils a pris