Quadraam
Ruimte voor talent

DA Tekstverbanden en signaalwoorden vmbo


1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2-4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson


Slide 1 - Slide

Tekstverbanden

Slide 2 - Mind map

Tekstverbanden en signaalwoorden
In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken. Ze houden verband met elkaar. 
Aan een signaalwoord zie je met welk verband je te maken hebt. Die woorden helpen je een tekst beter te begrijpen.

Slide 3 - Slide

Welke tekstverbanden ken jij?

Slide 4 - Open question

Tekstverbanden met aantal signaalwoorden 1/2
  • Tegenstelling:     in tegenstelling tot, maar, echter, hoewel, daarentegen,..
  • Voorbeeld:           denk aan, zo, zoals, bijvoorbeeld, neem nou, ..
  • Opsomming:       ten eerste, ten tweede, ook , en, opsommingstekens, ...
  • Oorzaak-gevolg doordat, waardoor, want, daardoor, ..
  • Tijdsvolgorde      eerst, daarna, nu, vroeger, morgen, nadat, vervolgens, ..

Slide 5 - Slide

Tekstverbanden met aantal signaalwoorden
 2/2

Voorwaarde    tenzij, mits, als, onder de voorwaarde dat, ...
Conclusie        kortom, concluderend, dus, samengevat, al met al, vandaar, ..

Slide 6 - Slide

Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.

Zoals is het signaalwoord voor .......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Oorzaak-gevolg
D
Voorwaarde

Slide 7 - Quiz

Doordat de trein was vertraagd, kwam ik te laat op school.

Doordat is het signaalwoord voor ......
A
Oorzaak-gevolg
B
Doel-middel
C
Opsomming
D
Tijdsvolgorde (chronologie)

Slide 8 - Quiz

Toen ik op school kwam, bleek het eerste lesuur uit te vallen.

Toen is het signaalwoord voor ....
A
Oorzaak-gevolg
B
Tijdsvolgorde (chronologie)
C
Opsomming
D
Conclusie

Slide 9 - Quiz

Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.

Ook is een signaalwoord voor een .....
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Oorzaak-gevolg
D
Tijdsvolgorde (chronologie)

Slide 10 - Quiz

Denk aan, zo en zoals zijn signaalwoorden voor een.......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Tegenstelling

Slide 11 - Quiz

Aan welk signaalwoord kun je een conclusie herkennen?

Slide 12 - Open question

Nog vragen? Oefenen!

Slide 13 - Slide