deeltaak 1 week 2
Aantal aanbieders bij:
volkomen concurrentie
volkomen concurrentie
A
veel
B
weinig
C
één
D
geen
1 / 11
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Aantal aanbieders bij:
volkomen concurrentie
volkomen concurrentie
A
veel
B
weinig
C
één
D
geen
Slide 1 - Quiz
Een prijselasticiteit van de vraag die -1.5 is, betekent dat:
A
De vraag elastisch is
B
De vraag inelastisch is
C
de vraag is volkomen inenelastisch
D
De vraag niet elastisch en niet inelastisch is
Slide 2 - Quiz
dit is GEEN kenmerk van de volkomen concurrentie:
A
veel aanbieders
B
transparante markt
C
moeilijke toetreding
D
vraag en aanbod bepalen de prijs
Slide 3 - Quiz
De verkopers van het product kunnen op de markt van een volkomen concurrentie zelf hun prijs bepalen
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
Wanneer voor de producenten de kosten van grondstoffen toenemen, zal ...
A
de vraaglijn naar rechts verschuiven
B
de vraaglijn naar links verschuiven
C
de aanbodlijn naar rechts verschuiven
D
de aanbodlijn naar links verschuiven
Slide 5 - Quiz
De inflatieverwachting van de consument neemt toe. Dan verschuift de ...
A
vraaglijn naar rechts
B
vraaglijn naar links
C
aanbodlijn naar rechts
D
aanbodlijn naar links
Slide 6 - Quiz
Consumenten gaan meer verdienen. de vraaglijn schuift:
A
naar links
B
naar rechts
C
omhoog
D
omlaag
Slide 7 - Quiz
De overheid gaat nog hogere een accijns heffen op sigaretten. Dit wordt niet doorberekend in de consumentenprijs. welke lijn verschuift? en hoe?
A
de aanbodlijn naar links
B
de aanbodlijn naar rechts
C
de vraaglijn naar links
D
de vraaglijn naar rechts
Slide 8 - Quiz
Wat is in de afbeelding gearceerd?
A
Consumentensurplus
B
Producentensurplus
Slide 9 - Quiz
TO = 2q
TK = 1,50q + 3000
de variabele kosten zijn?
TK = 1,50q + 3000
de variabele kosten zijn?
A
2 euro
B
1,50 euro
C
3000 euro
D
2000 euro
Slide 10 - Quiz
wat is de formule om de winst te berekenen?
A
TO = TK
B
TO - TK
C
GVK - GCK
D
MO = MK