Quadraam
Ruimte voor talent

Bijvoegelijke naamwoord - 2K/TL

Bijvoeglijk naamwoord  ( Adjective) 
Doel: Je kan bijvoeglijke naamwoorden 
- in het Engels herkennen
- op de juiste plek in zinnen  zetten 


1 / 7
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 7 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bijvoeglijk naamwoord  ( Adjective) 
Doel: Je kan bijvoeglijke naamwoorden 
- in het Engels herkennen
- op de juiste plek in zinnen  zetten 


Slide 1 - Slide

In tweetallen
Wat is een bijvoeglijk naamwoord + geef een voorbeeld hiervan
Waar zet je dit woord in de zin? 

Slide 2 - Slide

Wordvolgorde         (met/zonder Bnw)
Keith  watched a film  in his room       at bedtime.
Wie    -     doet     -   wat    -     waar       -      wanneer

Keith watched  a funny  film  in his room at bedtime.

Slide 3 - Slide

Adjective = bijvoeglijk naamwoord 
Een bijvoeglijk naamwoord 
- gebruik je om iets of iemand  te omschrijven. 
-  staat vaak voor  zelfstandig naamwoord.   

Voorbeelden
That is an amazing girl.
We all love that funny movie.   
I think he is a terrible teacher.


Slide 4 - Slide

Adjectives 
5. LET OP:
  • Na de werkwoorden to be, to seem, to feel, to look, to smell, to sound en to taste gebruik je een bijvoeglijk naamwoord 

  • This game looks beautiful
  • The bread tastes awful
  • The band sounds amazing
  • This gadget is great. 

Slide 5 - Slide

Aan de slag! 
 Maken tijdens deze les: 33,34,35,36,37   ( vanaf blz. 145)
 Klaar: 
- Bereid je mondeling voor. 
- Vlog uiterlijk vrijdag 7 April inleveren!/ Info straks in Som today 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide