§1.1 Landschappen in soorten en maten

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

§1.1 Landschappen in soorten en maten

Planning

- Leerdoelen

- Wat weten jullie over: Landschap?

- Uitleg

- Huiswerk maken

Leerdoelen

Je kent de verschillen tussen een natuur- en ingerichtlandschap en tussen een jong en een oud gebergte.

Je begrijpt hoe bergen en laagvlakten ontstaan.

Je kunt met de atlas bepalen of een gebied een gebergte of laagvlakte is.

Waar denk jij aan bij het woord

Landschap

?

Voorkennis

Een reis door Nederland

Deze tocht is ruim 300 km. 

Je komt door zes verschillende landschappen!

Ingericht landschap:

Landschap dat is ingericht door de mens, zoals wegen.

Natuurlandschap:

Landschap waar de mens geen invloed heeft uitgeoefend, zoals bergen.

Verschillende landschappen

Gebergten ontstaan door....

1. Vulkaanuitbarstingen
2. twee aardplaten die langs elkaar gaan
3. twee aardplaten die tegen elkaar botsen
4. twee aardplaten die uit elkaar gaan

     Aardkorst

• bestaat uit aardplaten
• aardplaten zijn in beweging door magma 
• als aardplaten botsen ontstaan bergen. Dit gebeurt alleen op plaatranden.

Aardplaten

0

Oud gebergte:

Een middelgebergte of heuvelland met weinig reliëf.

Jong gebergte:

Een hooggebergte met veel reliëf.

Gebergten

Kenmerken:

• Afgesleten toppen
• Weinig hoogteverschil

Bijvoorbeeld:

De Eifel, in Duitsland (300 miljoen jaar oud).

Kenmerken:

• Spitse toppen
• Diepe dalen

Bijvoorbeeld:

De Alpen (60 miljoen jaar oud).

Laagvlakten

Behalve uit bergen bestaan natuurlandschappen vaak ook uit laagvlakten.

"Vlak gebied in de benedenloop van de rivier, onder de 200m hoogte."

Laagvlakte

Nederland ligt in de benedenloop van bijv. de rivieren de Rijn en de Maas.

Laagvlakten

• Laagvlakten ontstaan door de werking van rivieren. 
  

• De rivier stroomt vanuit de bergen naar zee en neemt sediment (zand, grind en klei) mee.
  

 CATEGORISEREN VAN LANDSCHAPPEN

 Landschap:

 Landschap:

Kies uit:

....................

....................

ingericht

natuur

akkers

vliegvelden

woestijnen

zeeën

huizen

steden

rivieren

bergen

kanalen

wegen

bossen

laagvlakten

Aan het werk

Maak de opdrachten van paragraaf 1.1 op blz 8 en 9 van je werkboek.

Hulp:

- tekstboek blz 8 + 9
- buurtje

- docent

Alles dat je niet in de les af krijgt = huiswerk volgende week!