Quadraam
Ruimte voor talent

4K Herhaling of extra

Je mag zelf kiezen
Paars is extra herhalingsstof, kies deze vragen als je hiervoor veel fouten gemaakt hebt.
Blauw is stof met een uitdaging, kies deze vragen als je hiervoor de meeste vragen goed gemaakt hebt.
Kies zelf wat jij nodig denkt te hebben, herhaling of uitdaging.
Herhaling staat eerst, de uitdaging aan het einde.
1 / 80
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 80 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Je mag zelf kiezen
Paars is extra herhalingsstof, kies deze vragen als je hiervoor veel fouten gemaakt hebt.
Blauw is stof met een uitdaging, kies deze vragen als je hiervoor de meeste vragen goed gemaakt hebt.
Kies zelf wat jij nodig denkt te hebben, herhaling of uitdaging.
Herhaling staat eerst, de uitdaging aan het einde.

Slide 1 - Slide

Ja
Nee
Is een ei een dierlijk voedingsmiddel?
Noem je dingen die je eet en drinkt voedingsmiddelen?
Is brood een dierlijk voedingsmiddel?
Is melk een plantaardig voedingsmiddel?
Kan één voedingsmiddel uit plantaardige én dierlijke producten bestaan?

Slide 2 - Drag question

Ja
Nee
Is voedingsvezel een voedingsstof?
Is joodoplossing een indicator voor eiwit?
Zit de maag tussen de slokdarm en de twaalfvingerige darm?
Wordt de endeldarm afgesloten door de anus?
Is de galblaas een verteringsklier?

Slide 3 - Drag question

Ja
Nee
Zijn deze roerbakblokjes een dierlijk voedingsmiddel?
Is het gezond om veel verzadigd vet te eten?
Is keukenzout een voorbeeld van een mineraal?

Slide 4 - Drag question

Wat betekent het als een voedingsmiddel ‘bewerkt’ is?
A
Van een product van een dier of een plant is een nieuw product gemaakt.
B
Er is werk gedaan om het voedingsmiddel of product te laten groeien.
C
Plantaardige voedingsmid-delen worden veranderd in dierlijke voedingsmiddelen.

Slide 5 - Quiz

Hoeveel sneetjes brood mag jij, als tiener, per dag ongeveer eten?
A
1-4 boterhammen
B
2-5 boterhammen
C
4-8 boterhammen
D
6-9 boterhammen

Slide 6 - Quiz

Wat kan het lichaam van iemand met diabetes, niet zo goed?
A
Het lichaam kan het voedsel niet zo goed verteren.
B
Het lichaam kan niet zo goed regelen hoeveel suiker er in het bloed moet zitten.
C
Het lichaam kan niet zo goed regelen hoeveel vet het lichaam moet bevatten.

Slide 7 - Quiz

Welke van de volgende klieren is een verteringsklier?
A
Alvleesklier
B
Lymfeklier
C
Zweetklier

Slide 8 - Quiz

In je voeding zit voedingsvezel.
In welke voedingsmiddelen zit voedingsvezel?
A
In dierlijke voedsel
B
In plantaardig voedsel
C
In beide
D
In geen van beide

Slide 9 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een koolhydraat?
A
Kalk
B
Suiker
C
Water
D
Zout

Slide 10 - Quiz

Tot welk vak behoren 
Tot welk vak behoort 
1
2
3
4
5
tomaten?
macaroni?

Slide 11 - Drag question

Zet in de tabel een   *   bij de voedingsstoffen.
biefstuk
mineralen
brood
sla
ei
vetten
eiwitten
vitaminen
koolhydraten
voedingsvezel
melk
water
Er zijn voldoende groene sterren, kijk goed of je geen vakje vergeten bent.

Slide 12 - Drag question

Welke stof kun je aantonen met joodoplossing?

Slide 13 - Open question

Vul de juiste ontbrekende woorden in bij de nummers op je antwoordblad. 
Kies uit:                    

Op je tanden vormt zich elke dag een laagje
De bacteriën die in dit laagje zitten, 
veroorzaken gaatjes in het
Dit laagje kan verkalken tot
                   kan je niet zelf verwijderen.
                   is een harde laag om het tandbeen van de kroon.
                   kun je verwijderen door je tanden elke dag minstens twee keer te poetsen.

tandplak
tandsteen
glazuur
tandplak
tandplak
tandsteen
tandsteen
glazuur
glazuur

Slide 14 - Drag question

Welke functie hoort bij welke stof?
Alle voedingsstoffen, deze heb je nodig om bijvoorbeeld nieuwe cellen te maken.
Deze stoffen heb je nodig om gezond te blijven.
Stoffen die energie kunnen leveren.
Stoffen die je lichaam heeft opgeslagen om later te gebruiken.
bescher-mende stof
bouwstof
brandstof
reservestof

Slide 15 - Drag question

Hiernaast zie je een verteringsstelsel.

Kijk goed naar de nummers.

Hoe heten deze organen?

Slide 16 - Slide

Wat is nummer
1

Slide 17 - Open question

Wat is nummer
2

Slide 18 - Open question

Wat is nummer
3

Slide 19 - Open question

Wat is nummer
4

Slide 20 - Open question

Wat is nummer
5

Slide 21 - Open question

Wat is nummer
6

Slide 22 - Open question

Wat is nummer
7

Slide 23 - Open question

Wat is nummer
8

Slide 24 - Open question

Wat is nummer
9

Slide 25 - Open question

Wat is nummer
10

Slide 26 - Open question

Mensen hebben verschillende energiebehoefte.
Schrijf vier dingen op waar de energiebehoefte van afhangt.

Slide 27 - Open question

Hoeveel gebitselementen zitten er in een melkgebit?
Aantal snijtanden:
A
2
B
4
C
8
D
12

Slide 28 - Quiz

Hoeveel gebitselementen zitten er in een compleet blijvend gebit?
Aantal snijtanden:
A
2
B
4
C
8
D
12

Slide 29 - Quiz

Hoeveel gebitselementen zitten er in een melkgebit?
Aantal hoektanden:
A
2
B
4
C
8
D
12

Slide 30 - Quiz

Hoeveel gebitselementen zitten er in een compleet blijvend gebit?
Aantal hoektanden:
A
2
B
4
C
8
D
12

Slide 31 - Quiz

Hoeveel gebitselementen zitten er in een melkgebit?
Aantal kiezen:
A
4
B
8
C
16
D
20

Slide 32 - Quiz

Hoeveel gebitselementen zitten er in een compleet blijvend gebit?
Aantal kiezen:
A
4
B
8
C
16
D
20

Slide 33 - Quiz

Op het etiket worden een aantal voedingsstoffen genoemd. 

Welke van deze voedingsstoffen moeten worden verteerd, voor ze in het bloed kunnen worden opgenomen?
Hoeven niet verteerd te worden:
Moeten wel verteerd worden:
eiwit
koolhydraten
vet
zout

Slide 34 - Drag question

Onjuist
Juist
Gist is nodig bij de productie van bier.
Door augurken in zuur te leggen, bederven ze sneller.
Voor het herstel v/h lichaam na een verwonding zijn bouwstoffen nodig.
Voedingsvezel is een beschermende stof.
Vooral door het eten van gekookte producten ontstaat voedselvergiftiging.

Slide 35 - Drag question

Onjuist
Juist
Door wortelvliesontsteking kunnen tanden en kiezen losraken.
Wortelvliesontsteking kan worden veroorzaakt door bacteriën in tandplak.
Verzadigd vet is beter voor de gezondheid dan onverzadigd vet.
In de maagwand zitten spieren.
Bij diarree wordt in de dikke darm te weinig water in het bloed opgenomen.

Slide 36 - Drag question

Onjuist
Juist
Met P is de twaalfvingerige darm aangeven.
In deel P kunnen peristaltische bewegingen voorkomen.

Slide 37 - Drag question

Een van de functies van de darmperistaltiek is het kneden van de voedselbrij. Noem nog 2 andere functies van de darmperistaltiek.

Slide 38 - Open question

Een diëtiste stelt een dieet samen
voor iemand die moet afslanken.
Welke vis past het beste in het dieet:
kabeljauw of tonijn. Leg uit waarom.

Slide 39 - Open question

Sommige mensen gebruiken vitaminepillen. Tot welke groep stoffen behoren vitaminen?
A
Beschermende stoffen
B
Bouwstoffen
C
Brandstoffen

Slide 40 - Quiz

In de afbeelding een deel van de productinformatie van een multivitaminepil. 

De ADH is een maat voor de hoeveelheid die iemand per dag van een bepaalde stof zou moeten binnenkrijgen.

Hoeveel milligram calcium heeft iemand per dag nodig volgens de informatie? Schrijf je berekening op.

Slide 41 - Slide

Hoeveel milligram calcium heeft iemand
per dag nodig volgens de informatie?
Schrijf je berekening op.

Slide 42 - Open question

Speeksel wordt via kleine buisjes van de speekselklieren naar de mond gevoerd.

Bij sommige mensen raken deze afvoerbuisjes verstopt doordat er speekselstenen in vast blijven zitten.
Zulke mensen hebben dan vaak moeite met het doorslikken van hun eten.

Leg uit waardoor iemand die minder speeksel in de mond heeft, moeilijk eten kan doorslikken.

Slide 43 - Slide

Leg uit waardoor iemand die minder speeksel in de mond heeft, moeilijk eten kan doorslikken.

Slide 44 - Open question

In de afbeelding is een deel van de productinformatie van ontbijtkoek weergegeven.
Ontbijtkoek bestaat uit verschillende voedingsstoffen.
Sommige van deze voedingsstoffen kunnen in het verteringsstelsel direct in het bloed worden opgenomen.
Geef de naam van een 
voedingsstof uit ontbijtkoek 
die in het lichaam kan worden 
opgenomen zonder dat daar vertering voor nodig is.  

Slide 45 - Slide

Welke kleur heeft een joodoplossing als deze niet met zetmeel in aanraking is geweest?

Slide 46 - Open question

Geef de naam van een voedingsstof
uit ontbijtkoek die in het lichaam
kan worden opgenomen zonder
dat daar vertering voor nodig is.

Slide 47 - Open question

Bekijk de afbeelding.
Vergelijk etiket 1 met etiket 2.
Leg uit waarom alleen vegetarische rookworst voedingsvezels bevat.

Gebruik bij je uitleg de 
informatie uit de 
afbeelding. 

Slide 48 - Slide

Leg uit waarom alleen vegetarische rookworst voedingsvezels bevat.

Slide 49 - Open question

Jodie en Marco zijn beiden 16 jaar, Marco is in de puberteit flink de lengte in geschoten en steekt met kop en schouders boven Jodie uit. Hij vond het eerst niet leuk dat hij zo’n lange spriet werd. Daarom is hij flink gaan trainen in de sportschool, waardoor hij wat gespierder is geworden. Jodie gaat ’s winters met de bus naar school. Ze haalt onderweg Marco vaak in als die op de fiets onderweg is. 
Wie zou de hoogste energie-
behoefte hebben, Jodie of Marco?

Slide 50 - Slide

Jodie en Marco zijn beiden 16 jaar, Marco is in de puberteit flink de lengte in geschoten en steekt met kop en schouders boven Jodie uit. Hij vond het eerst niet leuk dat hij zo’n lange spriet werd. Daarom is hij flink gaan trainen in de sportschool, waardoor hij wat gespierder is geworden. Jodie gaat ’s winters met de bus naar school. Ze haalt onderweg Marco vaak in als die op de fiets onderweg is. 
Wie heeft de hoogste energiebehoefte?
Jodie
Marco

Slide 51 - Drag question

Eén factor in de tekst heeft in het geval van Jodie en Marco geen invloed op het verschil in energiebehoefte. Welke factor is dat?

Slide 52 - Open question

Buiten-aanzicht & 
lengte-door-snede

van een gebits-element.

Slide 53 - Slide

Hoe heet het deel
dat is aangegeven met 2?

Slide 54 - Open question

Met welk nummer is het 
 glazuur aangegeven?
1
2
3
4
5
6
7

Slide 55 - Drag question

Met welk nummer is het deel aangegeven dat zorgt voor een stevige bevestiging in de kaak?
1
2
3
4
5
6
7

Slide 56 - Drag question

Is in de afbeelding een
hoektand, een kies of
een snijtand getekend?
A
Hoektand
B
Kies
C
Snijtand

Slide 57 - Quiz

Leg uit dat er in je blijvende gebit meer kiezen zitten dan in je melkgebit.

Slide 58 - Open question

Schematische tekening van het verteringsstelsel.

Slide 59 - Slide

Hoe heet deel 1?

Slide 60 - Open question

Met welk nummer is de twaalf-vingerige darm aangegeven?

Slide 61 - Open question

Vind in orgaan 3
darmperistaltiek plaats?
A
Ja
B
Nee

Slide 62 - Quiz

Met welke twee nummers zijn kringspieren aangegeven?

Slide 63 - Open question

De Schijf van Vijf helpt bij het kiezen van een gezonde maaltijd.
Vak groente en fruit.
Vak vetten en oliën.
Vak zuivel, vlees en vis.
Vak brood, granen en aardappelen.
Vak dranken.

Slide 64 - Slide

Hardlopen kost veel energie.
  
Het ontbijt van een bepaalde hardloper bestaat uit: 
 1 wortel, 
2 gefrituurde bananen,
2 boterhammen met aardbeien, 
1 portie rijst, 
1 sinaasappelsap. 

Uit welk vak van de Schijf van Vijf ontbreekt er iets bij dit ontbijt?

vak brood, granen en aardappelen
vak dranken
vak groente en fruit
vak vetten en oliën
vak zuivel, vlees en vis

Slide 65 - Drag question

Afrikaanse hardlopers
Hardlopers uit bepaalde delen van Oost-Afrika winnen veel meer langeafstandswedstrijden dan lopers uit andere delen van de wereld. Hoe het komt dat deze mensen zo goed kunnen hardlopen, is niet echt duidelijk. Mogelijke oorzaken zijn de lichaamsbouw, de voeding en de hoge ligging van hun woongebied.

De voeding van de Afrikaanse hardlopers verschilt niet veel van die van andere Oost-Afrikanen. Net als de hardlopers eten ze veel groente en fruit, weinig vlees of vis en veel graanproducten. 
Vooral voedingsmiddelen met veel zetmeel leveren energie voor het hardlopen.

Slide 66 - Slide

Katten
Een kat is een vleeseter. Een kat in het wild jaagt op kleine prooien, zoals muizen en vogels. In de
afbeelding zie je drie typen kiezen.
Welke letter geeft het type kies aan dat een kat heeft?
A
Q
B
R
C
S
D
Geen van bovenstaande kiezen is van de kat.

Slide 67 - Quiz

Welke van de genoemde voedingsmiddelen bevatten
vooral veel zetmeel?
A
Graanproducten
B
Groente en fruit
C
Vlees en vis
D
Vlees en fruit

Slide 68 - Quiz

Katten
Katten die als huisdier worden 
gehouden, krijgen meestal speciaal 
kattenvoer. 
In de afbeelding zie je een deel van 
een etiket van een doos kattenbrokjes. 
Op het etiket staat informatie over de samenstelling van de brokjes. Ook wordt er advies gegeven over de hoeveelheid brokjes die je per dag aan je kat moet geven.


Hanneke heeft een dikke kat van 6 kg die ze brokjes uit de doos voert.

Slide 69 - Slide

Hoeveel gram eiwit krijgt de kat van Hanneke per dag binnen met de geadviseerde hoeveelheid brokjes? Leg je antwoord uit met een berekening.

Slide 70 - Open question

Katten
In de darmen van katten kunnen parasieten 
leven die de kat ziek maken. Voorbeelden 
daarvan zijn dieren als spoelwormen in de 
dikke darm en lintwormen in de dunne darm.
Er zijn ook verschillende bacteriën en 
schimmels die darminfecties bij katten 
kunnen veroorzaken.


In de afbeelding zie je organen in het lichaam van een kat. De letters Q, R, S en T geven enkele organen van het verteringsstelsel aan. Je ziet ook organen van andere orgaanstelsels.

Slide 71 - Slide

Welke letter geeft het orgaan aan waarin een lintworm kan voorkomen?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 72 - Quiz

Katten
Een dierenarts bekijkt een microscopisch preparaat om de oorzaak van een darmziekte bij een kat te onderzoeken. In het preparaat ziet hij een cel die wel een celwand heeft, maar geen celkern. Van welk organisme kan dit een cel zijn?
A
Van de kat zelf
B
Van een bacterie
C
Van een schimmel
D
Van een spoelworm

Slide 73 - Quiz

Noteer twee factoren waartegen medicijnen in tabletten bestand moeten zijn om de maag te passeren zonder hun werking te verliezen.

Slide 74 - Open question

Allergie
Een allergie is een overgevoeligheid voor bepaalde stoffen in de omgeving. Allergische klachten zijn meestal met geneesmiddelen te verlichten. Dergelijke geneesmiddelen kunnen oraal als tablet worden ingenomen; andere worden lokaal op de huid, in de ogen of in de neus gebracht.
Noteer twee factoren waartegen medicijnen in tabletten bestand moeten zijn om de maag te passeren zonder hun werking te verliezen.

Slide 75 - Slide

Darmbacteriën
In de dikke darm breken bacteriën onverteerde voedselresten af. Daarbij komen veel gassen vrij. Deze gassen kunnen zich ophopen in het laatste deel van de darmen. Als iemand een wind laat, komen deze gassen via de anus naar buiten.
Een van de gassen in een wind is koolstofdioxide. Dit gas ontstaat als bacteriën glucose afbreken met behulp van zuurstof. Bij dit proces komt energie vrij.
Hoe heet dit proces?

Slide 76 - Open question

Darmbacteriën
Darmbacteriën maken enzymen om stoffen in onverteerde voedselresten af te breken. Verteringssappen die door verteringsklieren van de mens worden gemaakt, bevatten ook enzymen voor de afbraak van voedingsstoffen.
Noem twee verteringssappen die verteringsenzymen bevatten.

Slide 77 - Open question

De mondholte
Achter in de mondholte zit de huig. De huig heeft een functie bij het slikken.
Wat is de functie van de huig bij het slikken?
A
De huig sluit bij het slikken de luchtpijp af
B
De huig sluit bij het slikken de neusholte af
C
De huig sluit bij het slikken de slokdarm af
D
De huig sluit alles af bij het slikken

Slide 78 - Quiz

Met water afslanken?

Michael beweert dat veel water drinken helpt om gewicht te verliezen. Hij zegt: ‘Als je koud water drinkt, warmt je lichaam dit op tot de lichaamstemperatuur van 37 °C. De energie die daarvoor nodig is, krijg je door vet af te breken.’

Om 1 L water 1 °C te verwarmen, is 4,2 kJ nodig. Het afbreken van 1 g vet levert 37 kJ op.

Slide 79 - Slide

Hoeveel liter water van 15 °C moet je volgens deze gegevens drinken om 5 g vet af te breken? Leg je antwoord uit met een berekening.

Slide 80 - Open question