Blok 3 - Over Taal - Les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Woorden met
voervoegsel mis-.

Woorden met achter-
voegsel -loos.

Woorden met voorvoegsel
-on EN achtervoegsel -baar.

Verwijswoorden

Op bladzijde 130 vind je een handig overzicht van verwijswoorden.

Verwijswoorden

Ik ging op de motorkap zitten. Die kreeg een enorme deuk.

Die staat voor de motorkap. Die is een verwijswoord. 

Je kunt verwijzen naar:

De-woorden, het-woorden, woorden in het meervoud, een hele zin, een plaats. (Bladzijde 130)

De bezoeker schrok zich rot in het safaripark! De olifant ging op ZIJN auto zitten.

1. De bezoeker
2. De hele eerste zin
3. Rot
4. Het safaripark

Er ligt nog een boek op tafel, maar DAT ligt er al de hele dag.

1. Er
2. Op tafel
3. De hele dag
4. Een boek

De twee kinderen huilen hard. Maar volgens mij willen ZE alleen maar aandacht.

1. Twee kinderen
2. mij
3. Hard
4. De hele eerste zin

Je kunt echt niet zomaar iemand uitschelden! DAT vind ik tenminste.

1. Hele eerste zin
2. Iemand
3. Je
4. Tenminste

Ga je morgen naar de sportschool? Ik moet DAAR eigenlijk ook weer naar toe.

1. Morgen
2. De hele eerste zin
3. De sportschool
4. Ga je

Aan de slag

Opdracht 12 en 13.

Opdracht 13 de hele zin overschrijven!

Bladzijde 131. 

Huiswerk voor woensdag.