Quadraam
Ruimte voor talent

Inflatie

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat inflatie betekent.
Ik kan uitleggen wat deflatie betekent.
Ik kan uitleggen wat hyperinflatie betekent.
Ik kan twee soorten oorzaken van inflatie benoemen en uitleggen.
Ik kan de begrippen nominaal en reëel toepassen op vermogen, inkomen en rente. 
Ik kan gevolgen van inflatie voor reële inkomens en vermogens uitleggen.
Ik kan toelichten wat de maatschappelijke gevolgen van hyperinflatie zijn.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat inflatie betekent.
Ik kan uitleggen wat deflatie betekent.
Ik kan uitleggen wat hyperinflatie betekent.
Ik kan twee soorten oorzaken van inflatie benoemen en uitleggen.
Ik kan de begrippen nominaal en reëel toepassen op vermogen, inkomen en rente. 
Ik kan gevolgen van inflatie voor reële inkomens en vermogens uitleggen.
Ik kan toelichten wat de maatschappelijke gevolgen van hyperinflatie zijn.

Slide 1 - Slide

Wie wil er miljonair worden?

Slide 2 - Open question

In Zimbabwe (2008) was iedereen miljonair!

Slide 3 - Slide

Net als in Duitsland (jaren 20).

Slide 4 - Slide

Wat betekent inflatie?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Kijkvraag: wat betekent inflatie?
A
Geld wordt minder waard
B
Alle producten worden duurder
C
Producten worden (gewogen) gemiddeld duurder
D
Producten worden (gewogen) gemiddeld goedkoper

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Kijkvraag: hoe noemen we extreme inflatie?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Kijkvraag: wat zijn twee soorten oorzaken van inflatie?

Slide 11 - Open question

Voor wie is inflatie nadelig? (Een of meer antwoorden juist.)
A
Spaarders (beleggers)
B
Leners (geldvragers)
C
Werknemers met een vast nominaal loon
D
Gepensioneerden met een geïndexeerd pensioen

Slide 12 - Quiz

Leren we van onze fouten?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Onvoorstelbaar..? Ja 
Onmogelijk..? Nee!

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat inflatie betekent.
Ik kan uitleggen wat deflatie betekent.
Ik kan uitleggen wat hyperinflatie betekent.
Ik kan twee soorten oorzaken van inflatie benoemen en uitleggen.
Ik kan de begrippen nominaal en reëel toepassen op vermogen, inkomen en rente.
Ik kan gevolgen van inflatie voor reële inkomens en vermogens uitleggen.
Ik kan toelichten wat de maatschappelijke gevolgen van hyperinflatie zijn.

Slide 16 - Slide