Breuken/deel van een hoeveelheid/ zinvol afronden op heel getal/percentages<>breuken/handige percentages MCAWIS

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Henk krijgt €48 per maand aan zakgeld. Hij spaart 3/4 deel. Hoeveel is dit?

1. €34
2. €43
3. €12
4. €36

Piet maakt een nieuwe houten vloer. Elk pak hout is 4 m2. Zijn vloer is in totaal 21 m2. Hoeveel pakken moet hij kopen?

1. 20
2. 4
3. 5
4. 21

Procent is een frans woord en betekent van de 100. Van de betekent in de wiskunde altijd gedeeld door.

• 20% is dus eigenlijk 20 van de 100
• dat is 20 gedeeld door 100
  
• dat is 20/100
• want de streep in de breuk betekent gedeeld door
• 20/100 = 1/5 (vereenvoudigen: boven en onder de streep gedeeld door 20)

Welke breuk hoort bij 65%?

1. 65/100
2. 100/65
3. 13/20
4. 6,5/10

Pak je 1blik agenda en schrijf je te maken werk op voor 2 april. Daarna kun je aan de slag! Succes.....

Maken van hoofdstuk 10: 11, 16, 18, U3 en U4 (of O12 en O18), 21, 22, 24, 26, 29, 30

Volgende week hebben we geen les, maar wel werk te doen (dit moet gemaakt en nagekeken zijn op 9 april): 

Maken van hoofdstuk 10: Maken: 33, 34, 40, 41, U8, H2, H3, H5, H7, H8

Breuken vermenigvuldigen

​9​​5​​⋅27=

​15​​7​​⋅105=