Quadraam
Ruimte voor talent

Blok 3 - Spelling - Les 4

Meervoud znw
Log in bij de LessonUp. Code linksonder.

Na vandaag weet je hoe je zelfstandig naamwoorden in het meervoud spelt.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Meervoud znw
Log in bij de LessonUp. Code linksonder.

Na vandaag weet je hoe je zelfstandig naamwoorden in het meervoud spelt.

Slide 1 - Slide

Meervoud van bord.

Slide 2 - Open question

Meervoud van lepel.

Slide 3 - Open question

Meervoud
Meervoud schrijven? +en of +s.

Bord --> borden.
Lepel --> lepels.

LET OP! Soms moet je een woord een beetje aanpassen.

Slide 4 - Slide

Meervoud van noot.

Slide 5 - Open question

Meervoud van mes.

Slide 6 - Open question

Meervoud
+en of +s.

Maar soms laat je dus een letter weg...
Noot --> Noten
...of komt er een letter bij.
Mes --> Messen

Slide 7 - Slide

Het meervoud van opa.

Slide 8 - Open question

Het meervoud van foto.

Slide 9 - Open question


Slide 10 - Open question

Meervoud
Eindigt een woord op -a, -i, -o, -u of -y? Dan: +'s.

Opa - Opa's
Ski - Ski's
Foto - Foto's
Accu - Accu's
Hobby - Hobby's

Slide 11 - Slide

Meervoud
Woorden die eindigen op -ee krijgen +ën.

Ree - Reeën

Sommige woorden krijgen +eren.

Kind - Kinderen

Slide 12 - Slide

Meervoud van ei.

Slide 13 - Open question

Meervoud van idee.

Slide 14 - Open question

Als laatste:
Woorden die eindigen op een -s worden in het meervoud vaak z.

Woorden die eindigen op een -f worden in het meervoud vaak v.

Huis - huizen.
Staaf - staven.

Slide 15 - Slide

Meervoud van kies.

Slide 16 - Open question

Meervoud van erf.

Slide 17 - Open question

Meervoud: veel regels?
Tijdens de opdrachten: bekijk rustig het schema op bladzijde 123.

Maak op bladzijde 124 opdracht 6 en 7. Van opdracht 7 hoef je vraag 2 niet te maken.

Woensdag na de vakantie af!

Slide 18 - Slide