This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Opdracht 3
1 doemdenkers (voorbeelden) mensen die heel negatief en somber (zonder enige hoop) denken over de toekomst
2 kanttekeningen g opmerkingen; commentaar
3 cyclus f kring van steeds terugkerende gebeurtenissen
4 recessie (tegenstelling) teruggang; crisis; achteruitgang in economische activiteit
5 fatalisme h sombere noodlotsgedachten; overtuiging dat je niets kunt veranderen aan de loop der dingen
6 duurzame j wat lang blijft bestaan; lang goed blijvende
7 ecologisch i volgens de wetenschap die bestudeert hoe planten en dieren hun omgeving nodig hebben en elkaar beïnvloeden
8 geleidelijk (synoniem) langzamerhand
9 transitie (voorbeelden) overgang
10 alternatieve
energiebronnen (voorbeelden, tegenstelling) energiebronnen zoals zon, water, wind en biomassa, die bij winning niet belastend zijn voor het milieu doordat er geen directe uitstoot is van schadelijke stoffen
11 conventionele (voorbeelden, tegenstelling) gebruikelijke; geijkte
12 rijmen met c combineren met; in overeenstemming brengen met
13 krimp (tegenstelling) proces waarbij iets minder of kleiner wordt
14 ruilhandel (woorddelen, voorbeeld) handel waarbij goederen of diensten geruild worden zonder dat er geld bij te pas komt
15 diensten d economische bedrijvigheid die niet onder industrie of landbouw valt; bedrijvigheid die geen tastbaar product oplevert
16 gemeen hebben (woorddeel, omschrijving) met elkaar delen; overeenkomst(en) vertonen
17 consensus (omschrijving) overeenstemming (in ideeën); het er over eens zijn
18 voorbehouden aan a alleen bedoeld of bestemd voor; gereserveerd voor
19 keerzijde (synoniem, woorddelen) schaduwkant(en)
20 scenario’s (synoniemen) draaiboeken
21 prognose (synoniem, omschrijving) voorspelling
22 kelderende k zeer snel dalende; zinkende
23 impact e effect; inwerking; draagwijdte; invloed
24 malaise (synoniem, voorbeeld, context) crisis; recessie
25 verpauperen b armoedig worden; sterk achteruitgaan; vervallen
Als je iets afzwakt, gebruik je een understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in werkelijkheid.
'Zij heeft wel een paar centen.'
Ook bij een eufemisme zeg je iets zo dat het als minder erg of hard overkomt, maar dat doe je dan om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst.
Je zegt: 'Hij is niet meer onder ons.'