Quadraam
Ruimte voor talent

2: Wk 49: Doelgericht gedrag

Les 11: Doelgericht gedrag
1 / 23
next
Slide 1: Slide
StudievaardighedenMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 11: Doelgericht gedrag

Slide 1 - Slide

Je wilt iets bereiken maar je weet niet hoe! Of je weet heel goed hoe maar vindt dit nog lastig te bereiken. Hoe ga je hier mee om?

Vul nu in wat jij al kunt of wat je nog wilt leren of verbeteren:

Introductie 

Slide 2 - Slide

Waar sta je? 
Dit kan ik al 
Dit wil ik nog leren
Ik zet door om een doel te bereiken
Ik kan taken en opdrachten 
Ik kan goed omgaan met deadlines (wanneer iets af moet zijn)
Ik houd vol tot de taak helemaal af is
Ik houd vol ook al heb ik geen zin meer
Ik houd vol ook al word ik afgeleid
Ik heb motivatie! Ook voor de minder leuke zaken

Slide 3 - Drag question

1: Wat verwacht je?
2: Hoe doe je het nu?
3: Aan de slag
4: Experiment
5: Quiz
6: Tips
In dit gedeelte blik je vooruit op het onderwerp. 
Hoe doe je het nu?
In dit gedeelte gaan we ons verder verdiepen. 
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. Het experiment is elke les anders.
Test je kennis!
Bij tips vind je altijd een aantal handige leerstrategieën 
Inhoudsopgave les 

Slide 4 - Slide

Doelgericht gedrag is zonder je te laten afleiden een doel behalen.

Bij doelgericht gedrag heb je een doel dat je graag wilt behalen. Dit kan een bepaalde beoordeling of een bepaald cijfer zijn, het kunnen lezen van boeken, of het krijgen van een beloning.


1. Wat verwacht je? 

Slide 5 - Slide

Doelen stellen kan enorm helpen om te weten waar je naartoe wilt. Pak het werkblad erbij.

Op het werkblad schrijf je twee doelen op. Bedenk hoe ver je bent met het doel en waar je graag naartoe zou willen.

Schrijf ook op hoe je gaat proberen dit doel te bereiken.

klik hier voor het werkblad.
2. Hoe doe je het nu? 

Slide 6 - Slide

3.1 Motivatie
- Theorie 
- Opdracht
- Theorie 
3.2: Fixed vs Growth
- Theorie
- Opdracht
- Theorie
- Theorie
Je gaat nu aan de slag met twee onderwerpen
Hoe zorg je er voor dat je gemotiveerd bent? En kun je gemotiveerd worden als je iets niet leuk vindt?
Kun je ergens beter in worden of staat vooraf vast wat je wel / niet kan?
3. Aan de slag 

Slide 7 - Slide

Motivatie hebben is de basis om aan de slag te gaan met een doel, of het nu voor school is of voor andere dingen.

Maar hoe zorg je er voor dat je gemotiveerd bent?Motivatie is simpel gezegd, de wil om iets te bereiken.

Als je gemotiveerd bent, wil je iets bereiken en daar wil je moeite voor doen.
Theorie 1: Wat is motivatie 

Slide 8 - Slide

Theorie 1: Wat is motivatie?

Niet iedereen raakt door dezelfde dingen gemotiveerd. Motivatie sluit aan op jouw 
persoonlijke doelen en wensen. Wat motiveert jou? Denk hierbij aan school maar ook zeker aan je persoonlijke leven buiten school!

Pak een blaadje en schrijf 5 dingen voor jezelf op.

     mijn motivaties:
Opdracht 1 

Slide 9 - Slide

Twee type motivatie

Er wordt meestal gesproken over twee typen motivatie:

Intrinsieke motivatie
komt vanuit jezelf. Je wilt iets zelf, bijvoorbeeld omdat je de desbetreffende taak leuk vindt.

Extrinsieke motivatie
ontstaat vanuit de omgeving. Bijvoorbeeld door het vooruitzicht op een beloning of een straf bij een bepaalde handeling. Denk bijvoorbeeld aan het behalen van een goed cijfer voor het leren van een vak dat je niet zo leuk vindt.

Theorie 2: Wat is motivatie 

Slide 10 - Slide

Theorie 1: Learning Pit

Wanneer je iets (nieuws) leert, gaat dit niet vanzelf. De learning pit geeft jouw leerproces aan.

Hierbij is het normaal dat er tegenslagen zijn. Door vragen te stellen, door te zetten en te blijven oefenen, lukt het uiteindelijk om een nieuwe vaardigheid aan te leren.
Learning pit (zoom in!)
3.2 Fixed vs Growth 

Slide 11 - Slide

De gedachten die bij een Fixed mindset horen, noemen we niet-helpende gedachten.


De gedachten die bij een Growth mindset horen, noemen we helpende gedachten.

Het veranderen van een niet-helpende gedachte in een helpende gedachte wordt ombuigen genoemd.
Bij omdenken vervang je niet-helpende gedachten met helpende gedachten. Je focust je op oplossingen, kansen en verbeteringen, in plaats van beren op de weg zien.
3.2. Helpende en niet-helpende gedachten 

Slide 12 - Slide

Koppel de niet helpende gedachten aan de helpende gedachten:
Opdracht 1: Helpende en niet helpende gedachten  
Ja, en ik kan goed improviseren!
Ja, iedereen wordt weleens rood
Ja, en ik kan het nog wel leren
Ja, en ik kan in korte tijd veel zeggen
Ik ben zo vergeetachtig
Ik word zo snel rood
Ik praat zo ontzettend snel
Ja, wiskunde kan ik echt niet

Slide 13 - Drag question

Sommige mensen geloven dat onze vaardigheden vast staan. Alles wat je kunt is een kwestie van: je kan het of je kan het niet. Deze mensen geloven in een fixed mindset.
  

Andere mensen geloven dat je vaardigheden niet vaststaan en dat je aan je vaardigheden kunt werken. Je kunt dus ergens beter in worden. Deze mensen geloven in een growth mindset.
3.2. Fixed vs Growth 

Slide 14 - Slide

In dit experiment ga je met de klas een ideeën estafette doen. De grote vraag is: "Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we gemotiveerd in de les zitten?"

De docent hangt twee vellen op: Vel A en Vel B
De klas wordt in twee groepen (Team A en Team B) verdeeld.


Dan vindt er een run plaats. Om de beurt stapt er iemand naar voren en die schrijft één idee op. Als je niets weet zet je een vraagteken neer.

Het team dat na 10 min de meeste ideeën heeft opgeschreven heeft gewonnen.


Na afloop bespreek je met je klas de beste ideeën 
4. Experiment 

Slide 15 - Slide

Quiz: Doelgericht gedrag
5. Quiz 

Slide 16 - Slide

Noem iets wat je
supergraag wilt bereiken
(nu of later)

Slide 17 - Mind map

Denk je dat dit doel
haalbaar voor je is?
A
JA!
B
NEE!
C
Met veel geluk!
D
Als ik er superhard voor werk!

Slide 18 - Quiz

Wat is doelgericht
gedrag volgens jou?

Slide 19 - Mind map

Wat is motivatie
volgens jou?

Slide 20 - Mind map

Intrinsieke motivatie of extrinsieke motivatie?
Intrensiek
Extrensiek
Je wilt supergraag profvoetballer worden
Je moet van je ouders de havo halen!
Je vrienden dragen een bepaald merk waardoor jij deze kleding ook wil!
Je doet extra je best bij Engels, omdat je later een reis door Amerika wilt maken!
Je doet mee aan een sport omdat je prijzen wilt winnen!

Slide 21 - Drag question

Ben jij het meer eens met een
Fixed mindset of een Growth mindset?
A
Een Fixed mindset
B
Een Growth mindset

Slide 22 - Quiz

6. Afsluitende tips 

Slide 23 - Slide