Quadraam
Ruimte voor talent

T3 bs 1-3

1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat weet jij al van erfelijkheid?

Slide 2 - Mind map

Zoek de antwoorden op!
  1. Genotype, fenotype en gen =
  2. Homozygoot & heterozygoot =
  3. Dominant & recessief =
  4. Intermediair fenotype =
  5. Hoe dragen individuen informatie over erfelijke eigenschappen over aan hun nakomelingen?
  6. Leg uit hoe je met een kruisingsschema de genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen kan afleiden. 

Slide 3 - Slide

Zoek de antwoorden op! 4K bi3
  1. Genotype, fenotype en gen = door ACD
  2. Homozygoot & heterozygoot = door FIJ
  3. Dominant & recessief = door KLN
  4. Intermediair fenotype = door M
  5. Hoe dragen individuen informatie over erfelijke eigenschappen over aan hun nakomelingen? door PR
  6. Leg uit hoe je met een kruisingsschema de genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen kan afleiden. door ST

Slide 4 - Slide

Zoek de antwoorden op! 4k bi4
  1. Genotype, fenotype en gen = door AD
  2. Homozygoot & heterozygoot = door FGH
  3. Dominant & recessief = door IJK
  4. Intermediair fenotype = door N
  5. Hoe dragen individuen informatie over erfelijke eigenschappen over aan hun nakomelingen? door R
  6. Leg uit hoe je met een kruisingsschema de genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen kan afleiden. door MST

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Leg uit wat een genotype, wat een fenotype en wat een gen is.

Slide 9 - Open question

Hoe dragen individuen de erfelijke informatie over aan hun nakomelingen?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Beschrijf hoe de geslachtschromosomen het geslacht van de mens bepalen.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Wat betekenen deze woorden?
Homozygoot, heterozygoot, dominant, recessief en intermediair fenotype.

Slide 37 - Open question