B1 VVV

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

B1 VVV

Het bijvoeglijk naamwoord

VORM

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	grand	grand e
meervoud	grand s	grand es

Bijvoeglijk naamwoord

Het adjectif  past zich aan aan het zelfstandig naamwoord waarop het adjectif  terugslaat.

Dus bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het geslacht van het zelfstandig naamwoord. 

Les adjectifs : pluriel

singulier	pluriel
grand, grande ordonné, ordonnée sportif, sportive	grands, grandes ordonnés, ordonnées sportifs, sportives	+ s
sérieux, sérieuse	sérieux, sérieuses	no "s" after "x"
beau, belle	beaux, belles	+ x after "eau"
international, internationale génial, géniale original, originaux	internationaux, internationales géniaux, géniales originaux, originales	al --> aux

Uitzonderingen! Deze staan meestal ook voor het zelfstandig naamwoord. Als ze na staan, is de betekenis anders.

	mannelijk		vrouwelijk
	enkelvoud	meervoud	enkelvoud	meervoud
goed	bon	bon s	bon ne	bonne s
mooi	beau	beau x	belle	belle s
nieuw	nouveau	nouveau x	nouvelle	nouvelle s
oud	vieux	vieux	vieille	vieille s

PLAATS

Het is een grijze kat.                                   C'est un chat gris.

Het is een schattig konijn.                            C'est un lapin adorable.

Wat valt je op?

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. les chats sont gris
2. les chats sont grises

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. Les fleurs (v) sont rouge
2. Les fleurs sont rougees
3. Les fleurs sont rouges

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. La plage est beau.
2. La plage est beaux.
3. La plage est belle.
4. La plage est belles.

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. Le lit est grand.
2. Le lit est grande.

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. Les filles sont petit.
2. Les filles sont petite.
3. Les filles sont petits.
4. Les filles sont petites.

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. La fleur est vert.
2. La fleur est verte.

Een bijvoeglijk naamwoord....

1. zegt iets over een zelfstandig naamwoord
2. zegt iets over een werkwoord

Bijvoeglijk naamwoord: wat is de juiste vorm?

1. La plage est beau.
2. La plage est beaux.
3. La plage est belle.
4. La plage est belles.