Quadraam
Ruimte voor talent

Landschappen - herhaling

H1 Landschappen herhaling
1 / 49
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H1 Landschappen herhaling

Slide 1 - Slide

Verwering
Erosie
Sedimentatie

Slide 2 - Drag question

2 Hoe wordt een groot pakket van ijs in de bergen ook wel genoemd?

Slide 3 - Open question

1 Het afslijten van gesteente door water, wind of ijs wordt ook wel........genoemd
A
Verwering
B
Erosie
C
Massabeweging
D
Sedimentatie

Slide 4 - Quiz

Welke zin hoort bij mechanische verwering?
A
Gesteente verandert van samenstelling
B
Gesteente valt uit elkaar in kleine stukken
C
Veel vocht en warmte versnellen dit proces
D
De plantenwortels scheiden zuren af

Slide 5 - Quiz

Welke zin hoort bij chemische verwering?
A
Gesteente verandert van samenstelling
B
Gesteente valt uit elkaar in kleine stukken
C
Veel vocht en warmte versnellen dit proces
D
IJs kan de scheurtjes in de stenen groter maken

Slide 6 - Quiz

Zoek een foto van een puinhelling.

Slide 7 - Open question

Het neerleggen van materiaal als de transportsneheid van water, wind of ijs afneemt heet:
A
Sedimentatie
B
Reliëf
C
Verwering
D
Zwerfstenen

Slide 8 - Quiz

Een U-dal wordt gevormd door:
A
De wind
B
Een rivier
C
Een gletsjer
D
De zee

Slide 9 - Quiz

Geef een voorbeeld van een stuwwal.
A
Beemster
B
Veluwe
C
Utrechtse heuvelrug
D
Waddenzee

Slide 10 - Quiz

5 In welk klimaat vindt de meeste winderosie plaats?
A
Woestijn
B
Savanne
C
Steppe
D
Noord- en Zuidpool

Slide 11 - Quiz

Noem 2 kenmerken van oud gebergte

Slide 12 - Open question

Welke bewering klopt?
A
Zand is kleiner dan grind en klei
B
Grind is kleiner dan zand en klei
C
Klei is kleiner dan zand en grind

Slide 13 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 14 - Quiz

Welk woord past niet bij deze foto?
A
Stenen
B
Hooggebergte
C
Verwering
D
Sedimentatie

Slide 15 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 16 - Quiz

Noem 2 kenmerken van jong gebergte

Slide 17 - Open question

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 18 - Quiz

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 19 - Drag question

Welke drie rivieren waren heel belangrijk voor de Nederlandse landschap?
A
De IJssel, de Waal, de Neder-Rijn
B
De Waal, de Donau, de Rijn
C
De Maas, de Rijn, De Schelde
D
De Maas, de IJssel en de Nijl

Slide 20 - Quiz

Een V-dal is gemaakt door:
A
een lawine
B
een gletsjer
C
mensen
D
een rivier

Slide 21 - Quiz

In welke deel van de loop van een rivier vind je de puinhellingen?

Slide 22 - Open question

5 In welk klimaat vindt de meeste winderosie plaats?
A
Woestijn
B
Savanne
C
Steppe
D
Noord- en Zuidpool

Slide 23 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
A
Sedimentatie-erosie-verwering
B
Erosie-verwering-sedimentatie
C
Verwering-erosie-sedimentatie
D
Erosie-sedimentatie-verwering

Slide 24 - Quiz

Op de foto zie je een voorbeeld van ...
A
erosie
B
sedimentatie
C
verwering

Slide 25 - Quiz

De grens tussen Hoog- en Laag Nederland is vastgesteld op 1 meter boven NAB.
A
Goed
B
fout

Slide 26 - Quiz

Wie weet nog wat betekent NAP?
A
Nederlandse avond peil
B
Nationale algemene peil
C
Nieuw Amsterdams peil
D
Normaal Amsterdams peil

Slide 27 - Quiz

Welk deel van NL was lang geleden bedekt met ijs?
A
Het zuiden
B
Het noorden
C
Het westen
D
Het oosten

Slide 28 - Quiz

Een stuk land dat door een dijk is omringd en waar de waterstand door mensen wordt geregeld heet...
A
gemaal
B
terp
C
polder
D
waddenzee

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Wat stond bij het vraagteken?
A
Stuwwallen
B
Terpen
C
Polders
D
Dijken

Slide 31 - Quiz

Wat hebben hunebedden met de ijstijd te maken?
A
In de ijstijd maakten mensen Hunebedden
B
Hunebedden hebben niets met de ijstijd te maken
C
Door het ijs vond er veel verwering plaats
D
De zwerfstenen zijn meegekomen met het ijs uit scandinavië

Slide 32 - Quiz

Duinen
Terp
Zwerfkeien
Stuwwallen

Slide 33 - Drag question

IJstong
Smeltwaterdal
Stuwwal

Slide 34 - Drag question

De heuvels in Zuid Limburg zijn stuwwallen.
A
Waar
B
Niet waar
C
Alleen op maandag

Slide 35 - Quiz

Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 36 - Quiz

Amsterdam ligt in
A
Laag Nederland
B
Hoog Nederland
C
Tussen in

Slide 37 - Quiz

Apeldoorn is in Oost Nederland en ligt in
A
Laag Nederland
B
Midden Nederland
C
De Veluwe
D
Hoog Nederland

Slide 38 - Quiz

Waar woonden mensen op toen er nog geen duinen waren?
A
Dijken
B
Hollandveen
C
Oude duinen
D
Terpen

Slide 39 - Quiz

Gemaal
Polder
NAP
Dijken

Slide 40 - Drag question


Hoe zijn stuwwallen ontstaan?

A
In de tijd van de jagers en verzamelaars door de co2 uitstoot
B
In de tijd van de extreme kou door de oerknal
C
In de ijstijd door de stuwing van meters hoge ijsmassa's
D
In de ijstijd ijsmassa's vanuit Spanje

Slide 41 - Quiz

Veen
Waddenzee
Polder
Reliëf
Stuk land omgeven met dijk waarin de waterstand door de mensen geregeld word.
Hoogteverschillen in het landschappen
Stuk zee langs de kust die regelmatig droogvalt.
Grondsoort die bestaat uit niet vergane plantenresten.

Slide 42 - Drag question

Bekijk het plaatje hiernaast. Welk rijtje is juist?
A
1 = gemaal, 2 = polder, 3 = zee, 4 = dijk
B
1 = zee, 2 = gemaal, 3 = dijk, 4 = polder
C
1 = dijk, 2 = polder, 3 = zee, 4 = gemaal
D
1 = polder, 2 = dijk, 3 = zee, 4 = gemaal

Slide 43 - Quiz

Hoe heten elektrische pompen waarmee tegenwoordig het waterniveau in de polders wordt geregeld?
A
Gedalen
B
Gemaken
C
Gebalen
D
Gemalen

Slide 44 - Quiz

Hoeveel % zou onder water staan als NL geen dijken & duinen zou hebben?
A
24%
B
52%
C
66%
D
72%

Slide 45 - Quiz

Zaltbommel ligt in
A
Hoog Nederland
B
Klein Nederland
C
Groot Nederland
D
Laag Nederland

Slide 46 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Heuvel
B
Terp
C
Dijk
D
Duin

Slide 47 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Heuvel
B
Terp
C
Dijk
D
Duin

Slide 48 - Quiz

Waar komen zwerfkeien vandaan?
A
Uit Intratuin
B
Uit Scandinavië
C
Uit Spanje
D
Uit Ardennen

Slide 49 - Quiz