Quadraam
Ruimte voor talent

Thema 6 Blok 4 Arm en Rijk: ver weg of dichtbij?

Blok 4 Arm en rijk: ver weg of dichtbij? 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Blok 4 Arm en rijk: ver weg of dichtbij? 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze week? 
  • Actualiteit Beelden van Historische personen
  • Herhalen Blok 2
  • Uitleg Blok 4
  • Werken
  • Kahoot

Slide 2 - Slide

Slavernij
Door de ontdekkingsreizen werd Europa heel erg rijk. Wetenschap floreerde, men leerde een prachtige nieuwe wereld kennen.  Goud, zilver....het kon niet op.

De oorspronkelijke bewoners werden gedwongen te werken voor vrijwel niets. Hun leven was niets meer waard.  Nadat de Indianen niet sterk genoeg bleken en massaal stierven werden er mensen uit Afrika verhandeld. Deze handel in slaven duurt ruim 300 jaar voort...

In Nederland werd de slavernij afgeschaft op 1 juli 1863.  30 jaar nadat de Britten slavernij afschaften.  

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Video

Wat vind jij? Moeten standbeelden van omstreden historische personen verdwijnen? Waarom vind je dat?

Slide 6 - Open question

Waarom probeerden Europeanen over zee de route naar het oosten te vinden?
A
Ze hadden steeds betere schepen en deze wilden ze testen
B
Ze wilden nieuwe handelsroutes vinden.
C
Ze moesten steeds meer tol (=belasting) betalen over land en dat wilden ze ontwijken.
D
Men vond karavanen maar ouderwets.

Slide 7 - Quiz

Wie was geen ontdekkingsreiziger?
A
Willem Barendsz
B
Christoffel Columbus
C
Alfonso de Léon
D
Vasco de Gama

Slide 8 - Quiz

Wat waren de belangrijkste doelen van de Spanjaarden en Portugezen om op ontdekkingsreis te gaan?
A
Ze wilden zo snel mogelijk de wereld ontdekken en beroemd worden.
B
Ze wilden elkaar aftroeven in wie het grootste rijk kon verzamelen.
C
Ze zochten een nieuwe handelsroute naar Indië en ze wilden hun religie verspreiden
D
Ze wilden een nieuwe route ontdekken naar de eilanden waar specerijen groeiden en reizen.

Slide 9 - Quiz

Waar leefden de Azteken?
A
Huidige Chili.
B
Huidige Mexico.
C
Huidige Brazilië.
D
Huidige Suriname.

Slide 10 - Quiz

Waarover gaat het Verdrag van Tordesillas?
A
Het veroveren van Zuid-Amerika
B
De verdeling van de wereld tussen Spanje en Nederland
C
Het verjagen van de Inca’s en Azteken
D
De verdeling van de wereld tussen Spanje en Portugal

Slide 11 - Quiz

Wat is een kolonie?
A
Een stuk land aan de andere kant van de zee
B
Een stuk land waar een buitenlandse koning de baas is
C
Een stuk land overzee dat door een ander land veroverd is
D
Een kudde pinguins

Slide 12 - Quiz

Hoe noemen we de handel die hier afgebeeld is.
A
ruilhandel
B
Koloniseren
C
Economische handel
D
driehoekshandel

Slide 13 - Quiz

Slavernij
A
Systeem waarin mensen het eigendom van een ander zijn
B
Onvrije mensen met rechten
C
Vrije mensen met rechten
D
Onvrije mensen maar niet het bezit van een ander

Slide 14 - Quiz

Blok 4 Arm en rijk: Ver weg of dichtbij?
Als je klaar bent met dit blok kun je:
  •  verschillende soorten inkomen noemen.
  • uitleggen waarom er verschillen in inkomen zijn.
  •  uitleggen wat prioriteiten stellen betekent. 
  • rekenen met rente.

Slide 15 - Slide

Inkomen 
  • Inkomen uit arbeid (loon, salaris)
  • Inkomen uit bezit (rente, huur, pacht)
  • Inkomen via de overheid (uitkeringen,  kinderbijslag)

Inkomen uit arbeid en bezit lever je een tegenprestatie voor.
Voor een inkomensoverdracht lever je geen tegenprestatie.

Slide 16 - Slide

Inkomensverschillen

Slide 17 - Slide

Inkomensverschillen dus...
  • Leeftijd > salaris stijgt naarmate je ouder wordt
  • Opleiding > Hoogte van je opleiding en of er vraag is naar deze opleiding bepaalt de hoogte van het inkomen. 
  • Ervaring > Hoe langer je werk doet, hoe meer je je ontwikkeld hebt. 
  •  Verantwoordelijkheid >  als je leiding geeft aan mensen ga je meer verdienen
  • Risico (ondernemers) > als iemand meer risico neemt kán hij meer gaan verdienen 

Slide 18 - Slide

Keuzes maken
 Je kunt niet alles kopen: je moet prioriteiten stellen.
Als je iets niet kunt kopen, kun je soms geld lenen. Let dan op: 
  •  Hoeveel rente betaal je?
  •  Hoeveel aflossing betaal je per maand?
  •  Hoe lang moet je aflossen?
  •  Hoeveel heb je betaald als je de lening hebt afbetaald?
  •  Voor welke dingen is het zinvol om geld te lenen?

Slide 19 - Slide

Weet je nog? Grote verschillen
Armoede is een relatief begrip => Hoe arm of rijk je bent hangt af met wie je het vergelijkt: 
  • Als je iemand in Nederland die arm is en afhankelijk is van de voedselbank  vergelijkt met iemand die honger lijdt in Afrika is er een groot verschil. 

Armoede wordt bepaald door de mate waarin iemand kan voorzien in zijn basisbehoeften. In Nederland kunnen arme mensen een beroep doen op de voedselbank

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Link

Aan de slag
Blok 4 Arm en Rijk: Ver weg of dichtbij?

Uitleg blok 4
Lezen: Blz. 136 t/m 137 in je tekstboek
Maken: 1 t/m 5, 7, 11, 12,  13, 14, 15, 17

Maak je de keuze-po? Vrijdag 16:00 uur inleveren!
De toets over Thema 6 gaat over:
Blok 1, 2 en 4. 
Bestudeer de leerdoelen

Vrijdag aftekenen in de les of via inlevertool tot 16:00 uur (daarna is niet mogelijk!)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link