Drama Theorie reader Hfd. 2, paragraaf 2.1-2.4

• Drama
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Drama Theorie reader hfd. 2
     
     

       
         
         
            Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
         
         
       

        1
       

       

       
         
           
              Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
           
         
       

       
       
         
           
              Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
           
         
       

       
         
           
              Differentiëer
           
         
         

           
             
                Differentiëer
             
             
             

             
                Instellingen
             
           
         
       

       
   
     
       
 
   
   
   
   
   
   

   
   

   
   
     
       
          Drama Theorie reader Hfdstk 2
       
     
   

   
   
     
        Mavo 4
     
   

   
  
 

 
 
 
     
   
   
   
     
       
       
       
         
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
       
     
   
 
       

       
         
   
   
     
     
   
 
       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
    heorie reader Hfdstk 2

Mavo 4

Paragraaf 2.1 t/m 2.4

Inleiding 2.2 en 2.7

In hoofdstuk 1 wordt Improviseren, (tekst-) Ensceneren en Dramatiseren behandeld. 

Bij Dramatiseren stelt de maker zich de vragen:

- WAT wil ik met het stuk zeggen en HOE ga ik dat doen?

Daarvoor zet je theatrale middelen in. Wat zijn dat ook alweer? 

Theatrale middelen

- spelgegevens

- theatervormgevings

middelen

- enscenering

Theatrale middelen

Wat zijn spelgegevens?

opdracht

Rol

Verhaal / Actie

Ruimte/ Plaats

Tijd

Motief

Waar

Wie

Wat
(Handeling / conflict)

Waarom

Wanneer

Spelgegevens:

- Rol

- Actie/ verhaal

- Ruimte/plaats

- Tijd

- Motief

8

Vormgevingsmiddelen

Decor 

Rekwisieten / attributen

Kostuums 

hairstyling en grime

Licht

Geluid (en ook muziek)

Decor

Attributen

kostuums

hairstyling en grime

licht

Geluid

Geluid, waar moet je op letten?

Theatrale middelen:

Spelgegevens:

6 materiële  vormgevingsmiddelen:

Enscenering:

- 5 W's

- decor

- attributen

-kostumering

- hairstyling en grime

- licht
- geluid

- mise-en-scène

- vormgeving (plaatsing)

2.3 Genres

Als regisseur kun je kiezen uit bepaalde genres. In het theater zijn dit: 

• Blijspel/ Komedie  
• Treurspel/ Tragedie 

• Klucht 

Genres

Tragedie

In een tragedie is de hoofdpersoon de held. Helaas gaat hij/zij altijd ten onder aan zijn/haar eigen tekortkomingen. 

Je zou ook kunnen zeggen dat hij/zij in de eigen valkuil trapt.

Wat is een ander woord voor blijspel?

1. Tirannie
2. Tragedie
3. Komedie
4. Geen van deze antwoorden is goed

Komedie

In een komedie worden slechte menselijke eigenschappen zo overdreven dat dit komische taferelen oplevert.

Dit wordt ook nog vaak gebruikt in tekenfilms.

komedie

Klucht of komedie?
Onder welk genre valt dit voorbeeld en waarom? Geef concrete voorbeelden?

Onder welk theatergenre valt dit fragment?

1. komedie
2. treurspel
3. klucht
4. tragedie

Dit was de lessonup van 2.1-2.4

Zorg ervoor dat je de hele theoriereader ( hoofdstuk  1 t/m 5, incl de begrippenlijst) uit je hoofd leert. 

Deze moet je kennen, maar vooral kunnen toepassen tijdens jullie Centraal Examen.

De begrippenlijst kun je oefenen via een Kahoot die gedeeld wordt op it's learning.