Quadraam
Ruimte voor talent

stevigheid en beweging herhaling laatste les

1 / 54
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,3

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Bot P is je ...
A
scheenbeen
B
kuitbeen
C
knieschijf
D
dijbeen

Slide 2 - Quiz

Welk bot is het bot dat roodgekleurd is?
A
Ellepijp
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Spaakbeen

Slide 3 - Quiz

Eén bot in deze arm is blauw gekleurd.
Welk bot is dat?

A
opperarmbeen
B
handwortelbeentjes
C
ellepijp
D
spaakbeen

Slide 4 - Quiz


Van welke botten heeft deze persoon last (roodgekleurde botten)
A
bekkengordel
B
borstwervels
C
halswervels
D
lendenwervels

Slide 5 - Quiz

Skelet
Uit hoeveel botten bestaat jouw skelet?
A
106
B
206
C
176
D
236

Slide 6 - Quiz

Wanneer is een bot meer buigzaam?
Een bot is meer buigzaam als het
A
bot evenveel kalk dan lijmstof heeft
B
bot meer kalk dan lijmstof heeft
C
bot minder kalk dan lijmstof heeft

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe noem je deze beenverbinding?
A
Gewricht
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Naad

Slide 11 - Quiz

Soort beenverbinding?
A
koppelgewricht
B
scharniergewricht
C
kogelgewricht
D
rolgewricht

Slide 12 - Quiz

Wat is geen beenverbinding?
A
naad
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
bindweefsel

Slide 13 - Quiz

in de afbeelding zijn enkele beenverbindingen getekend.

bij welk van deze beenverbindingen is de meeste beweging mogelijk?
A
bij nummer 1
B
bij nummer 2
C
bij nummer 3

Slide 14 - Quiz

De beenverbinding van de Knie is...
A
Naadverbinding
B
Vergroeid bot
C
Gewricht
D
Kraakbeenverbinding

Slide 15 - Quiz


In de afbeelding hiernaast is een beenverbinding aangegeven met Q.
Welke beenverbinding is aangegeven met Q?
A
vergroeide beenverbinding
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen

Slide 23 - Drag question

Gewrichtssmeer
Gewrichtskapsel
Kapselband
Kraakbeenlaagje
Houdt botten bij elkaar
Geeft extra stevigheid aan grote gewrichten
Bescherming van botten tegen slijtage
Soepel bewegen van het gewricht

Slide 24 - Drag question

timer
1:00
Vergroeid
Kraakbeen
Gewricht
Naadverbinding

Slide 25 - Drag question

Terugblik Gewrichten BS3
Kraakbeenlaagje
Gewrichtskapsel
Gewrichtskolom
Gewrichtskogel

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Het hart is een spier
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quiz

Hoe heet spier 1?
Hoe heet spier 2?
A
Nr 1: armbuigspier Nr 2: armstrekspier
B
Nr 1=armstrekspier Nr 2=armbuigspier

Slide 35 - Quiz

Bekijk het plaatje, als de spier dik is dan is de spier...
A
Aangespannen
B
Ontspannen

Slide 36 - Quiz

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

Pezen kunnen niet samentrekken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quiz

wat is functie van pezen?
A
om een bot sterker te maken
B
om de spiervezels van elkaar te scheiden
C
om de spieren aan elkaar te verbinden
D
om een spier aan het bot te verbinden

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Wat is spierpijn?
A
krijg je bij een botsing of val
B
krijg je als je spieren krachtig samentrekken
C
komt door de afvalstoffen in je spieren
D
komt door dat er spiervezels scheuren in je spieren

Slide 45 - Quiz

Wat is verlate spierpijn?
A
Melkzuur stimuleert de zenuwen
B
Kleine scheurtjes in ze spiervezels
C
Melkzuur stimuleert de spiervezels
D
Kleine scheurtjes in de zenuwen

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

Spieren en pezen

Slide 51 - Slide

Spieren
Korter en dikker worden of ontspannen.

Antagonisten

Slide 52 - Slide

Pezen
Rekken niet mee.
Zitten vast aan botten en aan de spieren.


Slide 53 - Slide

zoutzuur verwijdert het kalk uit het bot. Het bot is dan ....?
A
breekbaar
B
buigzaam

Slide 54 - Quiz