Quadraam
Ruimte voor talent

Praktische quiz Klas 4 Rechtbank

1 / 19
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Korte uitleg
-We bekijken de film over de rechtbank.
-Na een aantal minuten wordt de film op stop gezet en je maakt vervolgens 5 vragen. Er zijn totaal 15 vragen.
-De vragen komen op het scherm. Je vult a,b,c of d in op je blad!


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

1
Over welk strafbaar feit gaat deze zaak in eerste instantie?
A
Mishandeling
B
Openlijke geweldpleging
C
Verstoren openbare orde
D
Zedendelict

Slide 4 - Quiz

2
De zaak dient als.......
A
rechtszaak bij de kantonrechter.
B
rechtszaak bij de politierechter.
C
rechtszaak bij de meervoudige kamer.
D
hoger beroep bij een gerechtshof.

Slide 5 - Quiz

3
De verdachte wordt een 'veelpleger' genoemd. Wat betekent dat?
A
De verdachte pleegt een misdrijf op kantoor.
B
De verdachte doet aan zware criminaliteit.
C
De verdachte is een recidivist.
D
De verdachte was tot nu toe onschuldig door gebrek aan bewijs.

Slide 6 - Quiz

4
Wie komen er aan het begin binnen?
A
2 rechters en 2 anderen
B
3 rechters en een griffier
C
1 politierechter, 2 advocaten en een griffier
D
4 juryleden

Slide 7 - Quiz

5
De zitting wordt geopend door ...
A
de officier van justitie.
B
de advocaat.
C
de parketwacht.
D
de rechter.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

6
De verdachte is aanwezig. Als hij niet aanwezig is, dan wordt hij veroordeeld ...
A
bij verstek.
B
bij afwezigheid.
C
bij de post.
D
bij dagvaarding.

Slide 10 - Quiz

7
Wat was het gepleegde delict op 11 januari?
A
Autoruit vernielen
B
Laminaat kapot maken
C
Getuige slaan
D
Slachtoffer bedreigen

Slide 11 - Quiz

8
De advocaat ondervraagt de getuige. Welke fase van de rechtszitting is dit?
A
pleidooi
B
vonnis
C
getuigenverhoor
D
requisitoir

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

9
Na 13.55 minuten komt de officier van justitie aan het woord. Hoe heet het verhaal dat zij houdt?
A
tenlastelegging
B
pleidooi
C
requisitoir
D
vonnis

Slide 14 - Quiz

10
De advocaat legt uit waarom hij een lagere straf wil voor zijn cliënt. Dit verhaal van de advocaat heet een...
A
tenlastelegging
B
pleidooi
C
requisitoir
D
vonnis

Slide 15 - Quiz

11
Wat is de oorzaak van zijn criminele gedrag?
A
Drugs
B
Groepsdruk
C
Opvoeding
D
Opleiding

Slide 16 - Quiz

12
"Ik acht het wettig en overtuigend bewezen" betekent:

A
Ik seponeer de zaak
B
Dit is mijn requisitoir
C
Ik ga in hoger beroep
D
Hij is schuldig

Slide 17 - Quiz

13
Wat zal de reden zijn van de straf?
A
Beschermen van de samenleving
B
Vergelding
C
Leren van fouten

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide