Telling time and ordinal and cardinal numbers

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Good afternoon 1B

Planning

- Attendance 

- Learning objectives

- Check in 

- Reading charlotte's web

- Vocab check

- Telling time  

- Get to work! 

-Homework

Attendance 

Learning objectives 

At the end of this lesson you know how to tell the time in English. 

At the end of this lesson you understand cardinal and ordinal numbers

Check in 

10 min 

10 min 

Grammar time! 

Ordinal numbers 

30 sec

Ordinal numbers 

- Rangtelwoorden 

-Geven een volgorde aan 

1st, 2nd, 3rd, 4th, 5th 

- In het Engels zet je een -nd -rd -st of -th achter het hoofdtelwoord

2min

Cardinal numbers 

1 min 

Cardinal numbers 

-Hoofdtelwoorden 

- 1,2,3 etc. 

- Getallen 21 t/m 99 krijgen een verbindingsstreepje

-Behalve alle tientallen ( thirty, forty, fifty etc)  

2 min 

Let's practice

Go to page 60 

Do: exercise 2 together with your neighbour! 

4min 

zet een timer op het bord van 4 min 

10 min 

Telling time

It's .... o'clock

Its half past

dit gebruik je voor volle uren

halve uren 

Telling time

To

Past

tot en met 30 minuten over het volle uur gebruik je past 

tot en met 31 minuten over het volle uur gebruik je to. 

Watch out!!

In het Engels tel je de minuten nooit tot of vanaf het half uur

Voorbeeld: 

wij zeggen: vijf voor half 3 

De Engelse zeggen: twenty five past two

6 min 

Board game

Groups of 4 

grab a eraser, pen, schoolcard or something else

use this as your pawn 

Play the game!

10 min 

10

Laat ze kiezen of ze het spelletje willen doen of dat ze aan het huiswerk willen 

Get to work

Exercise 4, 5, 6 and 10 

Page 60 tm 64 

10 min 

Are you done? study the vocabulary

10 

Homework

For Thursday 4-10

Do: Finish exercise 4, 5, 6 and 10 

Study: words Food and drink on page 88/89

Watch: Video Telling time, take notes! 

Toetsweek

Wat moet je leren voor de toetsweek? 

Words and expressions Unit 2 

Toetsweek

Unit 1

- Personal and possessive pronouns

- When to use a/an?

- The verb "to be" am/is/are

- The verb " to have got"

Unit 2

- Plurals

- Demonstrative pronouns

- Present simple (+/?/-)